Lotsverbondenheid

Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Comments Off on Lotsverbondenheid

‘Zeg…’
‘Hmmm?’
‘Jan Mulder vindt ”vuurtrekkend” een vreemd woord.’
‘Ja, ik zag het. Is het ook. Typisch soldaten woord. Die van Kamenade is een ouwe generaal die iets te veel actie gezien heeft en nu wel eens een tijdje achter een bureau wil zitten.

Battle fatigue noemen ze dat geloof ik. Dat zie je ook aan die andere uitspraken, over die drijfjacht op de bestuurder enzo. Echt zo’n kregelige mastodont, die vindt dat er te veel piepeltjes voor z’n voeten lopen. Zo iemand als Jos van Kemenade moet toch een beetje ongestoord kunnen werken? Och, dat waren nog eens tijden, dat je als minister vrijwel zonder tegenwerking het hele onderwijs in de war kon schoppen. Hele sectoren van de samenleving overhoop halen en dan weer verder trekken, op de rupsbanden van je ontzagwekkend intellect, met je grootse visie, nieuwe verwoestingen tegemoet. De betere vuurtrekkende projecten. Jos van Kamenade, de George Patton van het openbaar bestuur. With your blood and my guts, by God, we’ll make it.’
‘Hmm, blij een inspirerend gesprekonderwerp te hebben aangereikt. Maar iets anders. Hoewel.’
‘Nou?’
‘In die discussie over Srebrenica he…’
‘Ja?’
‘Daarin hebben ze het over ”lotsverbondenheid”, die er bestond of had moeten bestaan tussen Dutchbat en de moslims en die onvoldoende aan Dutchbat zou zijn gecommuniceerd.’
‘Ja, en?’
‘Ik zit de hele tijd te denken, die Dutchbatters, dat zijn toch militairen?’
‘Ja, en?’
‘Oké, stel je voor. Daar ligt een bataljon van jou, in een lastige situatie, en die moet je een instructie geven. Dat moet je natuurlijk wel doen in een taal die zij verstáán. Je moet iets tegen ze zeggen waarvan duidelijk is hoe je dat praktisch vertaalt. Hoe je dat, excusez le mot, operationaliseert. Een voetbaltrainer zegt toch ook niet tegen zijn elftal: tast ze aan in hun nationale eergevoel, of: maak ze onzeker over hun eigen seksualiteit? Nee, want dan weten die jongens niet wat ze moeten doen. Die trainer spreekt voetbaltaal. Die zegt: direct een massaal offensief over de flanken, zo snel mogelijk een doelpunt en dan oprollen die handel. Toch?’
‘Zoiets. Maar hij is niet alleen veel te vaag, hij klopt sowieso niet. Stel nu dat die lotsverbondenheids-oekaze Dutchbat wel bereikt had. Hoe kun je soldaten nu vragen hun lot te verbinden aan dat van burgers? Laat staan als het hun eigen burgers niet zijn, zoals hier, maar los daarvan. Wat is een militair? Een militair is iemand die zijn lot in geval van oorlog ní­et aan dat van de burger verbindt. Dat is de essentie van oorlog: een militair sterft zodat de burger kan leven. De relatie tussen burger en militair is het tegenovergestelde van lotsverbondenheid. Lotsverbondenheid tussen militairen en burgers is een fictie. Een smoezelig politiek verzinsel van een stel ministers in de piepzak.’
‘Nou ja, tenzij de Dutchbatters óók in die bussen gestapt waren. Dat vind ik zo eigenaardig, dat je daar niks over hoort. Ze hadden toch mee kunnen gaan?’
‘Ja, maar daar moet je iets voor durven. En ze durfden niet zo veel, geloof ik. Omdat ze getraind waren om niet zo veel te durven. Omdat ze in witte jeepjes met smurfenhelmpjes en proppenschieters op een schertsmissie gestuurd waren. En dan gaat het mis, en dan zit de ministerraad bij elkaar, een hoeveelheid intelligentie om U tegen te zeggen, en dan frommelen ze met z’n allen een… een oxymoron in elkaar. Bah.’
‘Ja ja, als het over de provinciebegroting gaat gaan we een beetje stoer militair zitten doen, en als er dan echt een keer krijgstaal moet worden gesproken komen ze met ”een stukje lotsverbondenheid”.’
‘Taalverachting, dat is het. Alleen al daarvoor mogen ze wat mij betreft allemaal opstappen.’

Reacties

Reacties zijn gesloten.