Dr. Mingele

Geplaatst op februari 18, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

‘Zo, mevrouw Verdonk.’
‘Goedenavond meneer Mingele.’
‘Zit u goed?’
‘Ja hoor, dank u.’
‘Stoel een beetje naar achteren misschien?’
‘Eh nee hoor, ik zit prima zo.’
‘Nou, misschien toch een béétje meer… kijk, zo. Is dat niet beter?’
‘Eh, nou ja, eh, wat u wilt.’
‘Nou, eens even kijken. Wat zullen we doen?’
‘Eh, u ging mij toch interviewen?’
‘Interviewen? O ja! Natuurlijk! Dat is ook zo. Goh zeg, ik was het al bijna weer vergeten. Dat is ook wat, hè?’
‘Eh…’
‘Hè!? Ja! Hahahahahahaha! Interviewen! Dat is waar ook! Natuurlijk!’
‘…’
‘Niet boos worden hoor, mevrouw Verdonk. Nee nee, altijd blijven lachen.’
‘Sorry.’
‘Nee, want u weet, als u boos wordt denken de mensen dat u slecht bent, en dat kunt u niet hebben, zeker nu niet, nu u al die zielige asielzoekers aan het uitwijzen bent. Toch?’
‘Ja nee, dat is zo. Dit soort beleid vereist veel uitleg, en daar moet je als minister toe bereid zijn.’
‘Precies! Dat is ook zo mooi aan deze situatie. Daarom zit u hier ook. U heeft ons nodig om uw beleid te verkopen, u moet minzaam, vriendelijk en beleefd blijven, u moet begrip en geduld tonen voor al die mensen die boos op u zijn, en dat is voor ons het ideale moment om u hier, onder de studiolampen, eens op ons gemak diagonaal door te zagen. Niet dat die uitzettingen ons nu zoveel interesseren, dat zeggen we voor of na de opname ook gewoon tegen u, maar ja, een bewindspersoon in de knel, die kunnen wij natuurlijk niet laten lopen hè? Ja! Hahahahahaha! Dat begrijpt u! Ja! Want zo zit het! Hahahahaha! Goed. Nou, en dat gaan we dan nu dus doen. Let op. Bent u d’r klaar voor? ‘
‘Eh ja, vraagt u maar. ‘
‘Ns kijken. Met uw gezondheid alles goed?’
‘Eh ja, dank u.’
‘En uw man, wat hoorde ik? Ski-ongelukje?’
‘Wat heeft…?’
‘Maar dat gaat al weer beter? Mooi zo.’
‘Eh…’
‘Tja. Hahahahaha! U vindt dit niet prettig hè?’
‘Ach, nou… het hoort erbij.’
‘Maar u kunt er niets van zeggen, of boos op mij worden, want dan denken de mensen dat u niet deugt, net nu nu u die zielige asielzoekers aan het uitzetten bent. Ja hè? Hahahahahahaha! Doet u uw mond eens wat verder open.’
‘Eh… zo?’
‘Verder graag.’
‘Zo?’
‘Nog verder.’
‘Zo?’
‘Nog ietsje verder. Maar blijven lachen hoor.’
‘Ik doe m’n best, maar het valt niet mee onder deze omstandigheden.’
‘Ja nee, dat begrijp ik! Hahahahahaha! Juist… ‘ns kijken. Wat hebben we hier. Waar zal ik eens mee beginnen. Die kwestie van de terugkeerlanden. Het is daar helemaal niet veilig, zeggen allerlei vluchtelingenorganisaties.’
‘Ja, maar dat klopt dus niet.’
‘Dus u zegt: het is veilig?’
‘Ja. Au!’
‘Is het veilig?’
‘Ja. Au!’
‘Is het veilig?’
‘Ja! Au!’
‘Is het veilig?’
‘Ja. Au!’
‘Is het veilig?’
‘Zeg, meneer Mingele, is dat nou nodig?’
‘Ho ho ho ho ho! Gaan we toch boos worden? Doe dat toch niet mevrouw Verdonk. Geloof me, dat staat héél onaardig in de huiskamer.’
‘Sorry.’
‘Juist, dat is beter. Maar wat ik zeggen wou. Als het daar dan onveilig is, hoe kunt u ze dan terugsturen?’
‘Ik heb… Au!’
‘Ja… ? Ik hoor nog niet echt een antwoord. Dat is toch niet zo’n moeilijke vraag? Wat is het nu, veilig of onveilig? Een van de twee. Ja toch?’
‘Ja maar…’
‘Nou goed, ontspant u maar even. Ja, dat was even vervelend, dat begrijp ik. Kinderen ook alles goed?’
‘Eh…?’
‘Richard, Els en Machteld, meen ik? Leuke namen hoor. Erasmus College? Ligt nogal afgelegen hè, in dat bos? Nooit bang dat ze iets eh..overkomt of zo?’
‘Hoe bedoelt u?’
‘O niks, gewoon een beetje menselijke belangstelling.’Ns kijken, hoe lang ben ik nu al met u aan het sollen? Tien minuten. Er is nog niet zo veel uitgekomen, hè? Maar goed, dat hoeft ook helemaal niet, ik amuseer me kostelijk. ‘Ns kijken, even wat afwisseling. Een schrijnend gevalletje misschien?’
‘Nee! Alstublieft!’
‘Ho ho, pas op mevrouw Verdonk, blijven lachen hoor, dit is televisie. En niet weglopen natuurlijk hè, dat maakt op televisie ook altijd een hele slechte indruk. Zeggen ze. Och, het is zo’n leuk vak dat ik heb. ‘Ns kijken, toch maar even een schrijnend gevalletje?’
‘Au! Nee! In godsnaam!’
‘Ja, huilt u maar even, hier is een zakdoek. En pas op mevrouw Verdonk, uw glimlach zakt weg. Denk eraan: altijd lachen en nooit opstaan. Doe ik ook.’

Reacties

Laat een bericht achter