Via Telstar

Geplaatst op juni 22, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

‘Hallo?’
‘Mam?’
‘Dag jongen. Hoe gaat het?’
‘Tja, wat zal ik zeggen…’
‘Heb je een beetje geslapen?’
‘Hmmm, niet best nee.’
‘Eet je wel goed?’
‘Ja hoor, d’r wordt goed voor me gezorgd.’
‘Zie ik het goed, ben je aangekomen?’
‘Hmwah, beetje misschien.’
‘Zit je weer Raiders te eten?’
‘Raider heet tegenwoordig Twix mam, en ik sta op rantsoen.’
‘Van hoeveel?’
‘Drie per dag.’
‘En de rest koop je zelf.’
‘Twix bestaat niet in Portugal, mam, dus maak je geen zorgen.’
‘Nou ja. Verder alles goed?’
‘Ach…’
‘Wat is er jochie? ‘T was een mooie wedstrijd hoor…’
‘Ja, dat wel ja…’
‘Als je maar weet dat ik trots op je ben. Mevrouw de Bok van hiernaast zegt het ook elke keer: je mag je gelukkig prijzen met zo’n zoon. Nee echt. Trek je toch niks aan van al die praatjesmakers. Dat is allemaal de kift, omdat jíj daar staat, en zij niet. Heb je alle kranten het hotel uitgedaan?’
‘Ja.’
‘En de televisie? Echt waar?’
‘Eh ja…’
‘Niet liegen, Dickie.’
‘Oké, af en toe kijk ik bij Willem op de kamer een stukje, maar verder niet. En dat duurt nooit lang want die man hééft me toch een zweetvoeten, da’s niet normaal. Je meurt gewoon de kamer uit.’
‘Beloof je moeder dat je niet meer kijkt en niet meer leest wat ze allemaal schrijven.’
‘Dat kan ik wel beloven, maar ik moet toch persconferenties geven.’
‘Waarom eigenlijk?’
‘Tja…’
‘Laat ze lekker gissen. Dat kunnen ze toch zo goed? Ze hebben hun oordeel toch altijd al klaar. Waarom moet jij daar dan eigenlijk nog gaan zitten?’
‘Jawel mam, maar zo werkt het toch niet helemaal. Ik… ach, nou ja, laat maar…’
‘Zeg…’
‘Ja?’
‘Ik heb van de week je oude plakboeken nog eens tevoorschijn gehaald, uit je FC Den Haag-tijd.’
‘O God…’
‘En alle Vanderhout-albums waar je in staat…’
‘Och jee…’
‘Dat blauwe shirt… staat je goed hoor. Weet je nog, dat je niet wou?’
‘Wat wou?’
‘Op de foto! Vanwege je haar, weet je nog…?’
‘Hou op, mam…’
‘Ik ben een voetballer, zei je, geen fotomodel. Toen hebben we je haar opzij gekamd, om die kale plekken een beetje te bedekken, weet je nog? Werkte goed hoor, je staat er prima op. ‘T is net of je echt haar hebt…’
‘Die comb-over was een heel slecht idee mam…’
‘Koomóver…?’
‘Comb-over, je haar zo overdwars kammen, zo noemen ze Engelsen dat. En de enige die je daarmee voor de gek houdt ben je zelf. Iedereen ziet dat je daaronder kaal bent, geloof me mam… Zelfs bij Fred Oster, en die had een speciale kapper die er een uur mee bezig was voor hij op televisie kwam.’
‘Fred Oster? Die had prachtig haar!’
‘Dat jij het niet ziet wil nog niet zeggen dat niemand het ziet, mam.’
‘Niet brutaal doen tegen je moeder, jongen.’
‘Ik had er nooit aan moeten beginnen…’
‘Dat overdwars kammen, bedoel je?’
‘Dat haar, die schoenen met extra hoge hakken, naar de KNVB gaan, alles! Ik deed het allemaal voor jou, ma, allemaal. Pa trok meer op Jaap, die mooier speelde, en jij zou wel eens laten zien dat ik toch eigenlijk beter was. Dat ik óók bij de grote jongens hoorde! Ja toch? Zo is het toch?’
‘Maar je hóórt ook bij de grote jongens, Dickie, écht! Ik heb het altijd gezegd: onze Dickie gaat het nog ver schoppen.’
‘Ja, hij ging de geschiedenis in als de coach die met één stomme wissel een Europees Kampioenschap verspeelde. Eindelijk loopt het, en ik verziek het. Ben je dan een grote jongen?’
‘Praat jezelf toch niet zo de put in.’
‘Het is net als met een comb-over: hoe je het ook föhnt en drapeert: het blijft nep! Sommige dingen zí­jn gewoon niet zo, ma, wat je er ook aan sleutelt.’
‘Doe toch niet zo raar. Met je haar is het toch ook goed gekomen? Gewoon doorzetten Dickie, gewoon doorzetten. Heeft meneer Cruijff Nederland ooit kampioen gemaakt? En meneer van Gaal? Of meneer Adriaanse? Die zitten dan wel avond aan avond te solliciteren om jouw opvolger te worden, maar voorlopig zijn ze nog niet aan de beurt!’
‘Nou, dat duurt niet lang meer, ben ik bang.’
‘Wat krijgen we nu? Het is toch nog niet afgelopen?’
‘Weet je, mam?’
‘Nou?’
‘Ik heb een beetje heimwee.’
‘Ach jochie, dat heb je altijd gehad. Weet je nog, dat je ging kamperen op de Veluwe met Aad de Mos en Harrie Vos? Dat Harrie’s vader je na één dag terug moest brengen?’
‘Ja mam, hou op.’
‘Neem lekker een seresta’tje en ga vroeg naar bed. Morgen is er ween een dag.’
‘Weet je mam?’
‘Nou?’
‘Soms denk ik wel eens: was het maar weer 1957, toen ik begon bij ADO. Lekker balletje trappen op het schoolplein in de Majubastraat.’
‘Ik zie het nog voor me. Jij tussen al die grote jongens…’
‘Dan keek ik af en toe even omhoog… en dan stond jij te kijken, voor het raam.’
‘Dan zwaaide ik…’
‘Ja, of je maakte zo’n gebaar, zo van: laat je niet op je kop zitten!’
‘Precies. Dat bedoel ik. Ze zíjn misschien wel groter, maar dat zegt toch ook niet alles?’
‘We zullen zien ma. We zullen zien.’

Reacties

Laat een bericht achter