Paracetam(w)ol

Geplaatst op september 16, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

Kleine J. zat op de bank. Ze zag bleek en keek dof voor zich uit.
Keelpijn. Ze bleef een dagje thuis, in bed, met paracetamol. Die avond was er geen verbetering, de volgende ochtend had ze verhoging, dus er werd een dagje aan vast geplakt. Maar de verhoging liep op en mijn vrouw nam haar mee naar de dokter. Hij zag er slecht uit. ‘Een virus,’ zei hij. ‘ik zou eigenlijk in bed moeten liggen, maar ik kan moeilijk zomaar ineens de praktijk sluiten.’ Kleine J. had volgens hem hetzelfde, de symptomen klopten precies. Kwestie van bed houden, veel drinken en nu en dan een paracetamolletje.

aesculaap_transp.jpg

‘Dat gaat bij ons wel anders,’ sprak Mirina, onze schoonmaakster, die uit Servië komt. ‘Daar proppen ze je meteen helemaal vol met medicijnen. Krijg je voor het minste of geringste antibiotica. En voor je het weet ben je alleen maar nóg zieker, terwijl het waarschijnlijk ook vanzelf over was gegaan.’
Er leek een lokale echo door te klinken in haar woorden, van haar eigen Nederlandse huisarts bijvoorbeeld, die haar eens had uitgelegd hoe werkelijk moderne eerstelijns geneeskunde in z’n werk gaat. Ik knikte tevreden. Ja, zo doen wij dat in Nederland.

Het bezoek aan de huisarts was donderdag, op vrijdag ging de verhoging over in koorts en toen die op zaterdag tot boven de 40 graden steeg nam mijn vrouw haar mee naar de doktersdienst.
‘Ho, dit is geen virus,’ zei de dienstdoende arts, ‘dit is angina. Daar moet een Broxil-kuur tegenaan.’
Broxil, ik had mijn dochter erover verteld. Dertig jaar geleden kreeg je dat al bij angina: zwart-lichtgele capsules, een kuur van tien dagen, volledig af te maken, ongeacht je herstel. En inderdaad, zoals Mirina zei: al was je na vijf dagen beter van de ziekte, na vijftien dagen was je pas beter van het medicijn.
Toen ze terugkwamen stak mijn dochter haar hand uit en opende hem. Daar lagen ze: nog steeds dezelfde zwart-gele capsules. Ze glimlachte moeizaam. ‘Zo vader, zo dochter.’

Die zondag: geen verbetering. Integendeel, de koorts hield aan. Als een triest hoopje lag ze op bed, aan één stuk huilend.
‘Wat voel je schat?’
‘Ik weet niet meer wat ik voel.’
Ze had aftes in haar mond en een wondje aan haar duim werd rood en begon te ontsteken. Met zakjes ijs op haar voorhoofd en in haar hals drukten we de temperatuur. Alleen vanillevla kreeg ze nog weg.

We kregen vrienden op bezoek die het verhaal vertelden van Carl, de broer van een goede vriend. Carl, 40, voormalig squashkampioen, woonde alleen. Werd ziek; koorts, misselijk, buikloop. Belde de dokter. Waarschijnlijk voedselvergiftiging, zei die. Onder de wol, paracetamol. Carl werd zieker. Hogere koorts, hield niets binnen. Bezorgde vrienden belden de dokter en vroegen hem langs te komen. Kon niet.
Carl werd nog zieker. Zakte nu en dan weg. Inmiddels was het weekend. Vrienden belden de doktersdienst en vroegen om een huisvisite. Kon niet. Opnieuw telefonische diagnose: ja, voedselvergiftiging. Carl raakte buiten bewustzijn. Vrienden belden een ambulance. Kwam niet, geen officiële indicatie. Toen brachten ze hem zelf maar naar het ziekenhuis. Op zondagavond, na lang wachten, werd hij opgenomen, half in coma. Op maandagochtend was hij dood. Ontsteking van de alvleesklier.
Echt het soort verhaal dat je wilt horen als je zelf een kind in bed hebt met hoge koorts.

Maandagochtend gingen we terug naar de huisarts, die inmiddels zelf met zijn virus (?) in bed lag. ‘Ho, dit is geen gewone angina meer,’ zei de waarnemer. ‘Slijmvlies en klieren zijn nu ook aan het ontsteken. We moeten uitkijken dat zich geen abces ontwikkelt.’
Ik zag kleine J. schrikken. ‘Een abces?’ piepte ze, ‘maar dat is toch …?’
Toevallig had ik haar onlangs uitgelegd wat een abces is, en hoe gevaarlijk het kan zijn, vooral dicht bij de hersenen. In je kaak bijvoorbeeld, of in je keel. Ze kreeg een zwaar breedspectrum antibioticum, zo een dat alles te lijf gaat, inclusief je darmflora.
De koorts nam af, de ontstekingen verdwenen, de eetlust kwam terug en afgelopen maandag, na tien dagen, nog slap van de bijverschijnselen, ging ze weer naar school.

Mirina kwam weer schoonmaken. Terwijl ze het relaas aanhoorde was de verwarring van haar gezicht te lezen. Dat verlichte ideaal van de interventieschuwe geneeskunde, van less is more en eerst maar eens onder wol met wat paracetamol, had blijkbaar toch ook zijn nadelen. Het traditioneel-Servische pillenbombardement was misschien zo gek nog niet.

Zelf werd ik destijds om een of andere reden overgeslagen bij het amandelenknippen, en een paar jaar geleden, toen kleine J. zo oud was, gold de ingreep als achterhaald. Net vorige week verscheen een onderzoek dat dit nog eens bevestigde. Ook zonder amandelen kun je angina krijgen maar uiteindelijk groei je eroverheen, met of zonder amandelen. ‘We blijven ze gewoon knippen,’ verklaarden de KNO-specialisten een paar dagen later. ‘Sommige artsen laten zich leiden door financiële overwegingen’ zei een KNO-arts uit het Boven-IJ-ziekenhuis. ‘De enige die daar iets mee opschiet is de dokter.’

Tja, maar wie garandeert ons dat de voorstanders van het Afwachten & Uitzieken niet ook een financieel motief hebben, maar dan andersom? De een verdient het meest aan ingrepen, de ander aan sussende consultjes. De een kan factureren zoveel hij wil, de ander is gebonden aan volumes, prioriteit en budgetten. Zo krijg je de geneeskunde die de aanbieder het beste uitkomt.

Reacties

Laat een bericht achter