D66 De soap

Geplaatst op februari 16, 2007 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Comments Off on D66 De soap

And again, he need not make himself uneasy at incurring a reproach for those vices without which the state can only be saved with difficulty, for if everything is considered carefully, it will be found that something which looks like virtue, if followed, would be his ruin; whilst something else, which looks like vice, yet followed brings him security and prosperity.
Machiavelli, The Prince.

I

April 2006. Wouter Bos, Maxime Verhagen, Jozias van Aartsen en Boris Dittrich zijn te gast geweest in Nova Politiek en praten na aan de bar van het café dat de vaste locatie voor dit programma vormt. Het CDA staat in de peilingen op verlies, maar het valt nog mee, de PvdA staat fors op winst, ook de VVD staat hoger dan het huidige aantal kamerzetels, en D66 staat lager dan ooit: 2 zetels, tegenover de 6 van dat moment. Dittrich is somber, hij kan maar niet bedenken wat ze bij D66 fout doen. De anderen proberen hem op te monteren.

Dittrich: Ik weet het ook niet meer hoor. Jullie (tegen Van Aartsen en Verhagen) profileren je op harde hervormingen en hebben er nauwelijks last van, wij proberen daar juist afstand van te nemen en krijgen de kous op de kop. Terwijl Wouter er óók tegenin gaat en juist stijgt in de peilingen. Ik begrijp er geen zak meer van.
Verhagen (schijnheilig, kwasi meelevend): Tja, Boris. Ik weet het ook niet…
Bos: Ach, wat een onzin. Dat Paasakkoord was toch aan aanfluiting! Hoe jullie dat hebben kunnen doen, echt belachelijk…
Van Aartsen (vermoorde onschuld): Hoezo? Dat was een rrrédelijk, evenwí­chtig pakkét, waar í­edereen mee kon leven.
Verhagen: Ja, da wazzun constructieve, ruimhartige geste. Ook van ons!
Bos: Sodemieter toch op man, dat was gewoon een rattenstreek.
Dittrich (verbaasd): Maar hoezo dan, Wouter?
Bos: Jezus, heb je dat nou nóg niet door?
Dittrich: Wat?
Bos: Hoe ze jullie toen genaaid hebben?
Verhagen (probeert van onderwerp te veranderen): Zeg, maar dat ging best lekker hé vanavond, die discussie. Vind je niet, Jozias?
Van Aartsen: Prima! Beetje gelachen, even die malle Mingele in de maling genomen…
Dittrich (wil niet dat er van onderwerp veranderd wordt, fixeert Bos en grijpt bij de eerste adempauze van Van Aartsen zijn kans erop door te gaan): Leg uit, Wouter.
Bos: Waarom staan jullie nu zo laag? Vanwege dat gedonder met de NPS. Want, wat blijkt? Het NPS-publiek bestaat voor een heel belangrijk deel uit D66-sympathisanten. Al die gewaardeerde programma’s, Nova, Buitenhof, noem het maar op, die scoren hoog bij jouw achterban.
Boris: Ja, dat was niet handig, nee.
Bos: Nee. En hoe kwam dat?
Dittrich: Ja nou ja… dat hebben we ons misschien niet gerealiseerd.
Bos: Nee. Want jij voerde die gesprekken samen met Bert, niet?
(Van Aartsen en Verhagen beginnen nattigheid te voelen en kijken vaag opzij, alsof ze het zich proberen te herinneren)
Dittich: Ja?
Bos: Zónder Medy erbij. Weet je nog? Daar was ze later nog zo pissig over. En terecht. Dat je als bewindspersoon niet eens aanwezig bent bij de onderhandelingen over je eigen beleidsplannen.
Dittrich: Ja nou ja, dat leek ons handiger.
Bos: Jullie? Was dat jullie idee?
Dittrich: Eh…?
Verhagen (probeert opnieuw van onderwerp te veranderen): Zeg eh, heren, die kinderopvang hé, kunnen we daar nou niet…?
Bos: Ik heb begrepen dat dat hún idee was.
Dittrich: Eh…
Bos (tegen vAartsen en Verhagen): Nou, en, waar of niet?
Verhagen (nerveus): Eh… ik eh… dat staat mij eerlijk gezegd niet helemaal meer bij…
Dittrich: Ja, nee, dat is waar. Nu herinner ik het me. Jullie zeiden: laten wij dat nou effe regelen, daar hoeft Medy niet bij te zijn, des te sneller zijn we d’ruit.
Van Aartsen: Eh…
Verhagen: Eh…
Bos: Precies! Maar dat wás natuurlijk omdat zij ook dondersgoed wisten dat Medy niet akkoord zou gaan met die aanval op de NPS. Omdat Medy als staatsecretaris van mediazaken waarschijnlijk wel weet dat je dan je eigen achterban over je heen krijgt. Jullie wilden nog even bellen met Wolffensperger, om een paar dingen te checken, maar jullie kregen hem niet te pakken, en toen zeiden Jozias en Maxime: kom op, tekenen, dan hebben we voor de Pasen nog een akkoord. Het Paasakkoord, klinkt dat niet goed?
Dittrich: Eh… ja…
(Van Aartsen en Verhagen kijken schuin naar het plafond, van de prins geen kwaad wetend.)
Bos: Dus als jij je afvraagt waarom regeren voor D66 toch altijd zo desastreus uitpakt, dan is dat je antwoord: jullie zijn veel te naïef. Jullie zijn veel te eerlijk. Jullie denken: wie gelijk heeft moet het ook krijgen, want dat is redelijk. Jullie zijn de ijverige consultant van Berenschot die precies geanalyseerd heeft wat er mis is bij het bedrijf, maar je rapportje gaat onderin de la want de directeur neukt de vrouw van de boekhouder, dus er gebeurt helemaal ní­ks! Maar dát weet de consultant van Berenschot niet. Goh, vreemd, denkt die, het was toch zo’n goeie analyse. Thom de Graaf die al vanaf zijn zestiende over de gekozen burgemeester nadenkt. Ja hallo, misschien had hij ook nog een beetje over ándere dingen moeten nadenken!
Dittrich: Zoals?
Bos: Over hoe politiek werkt bijvoorbeeld! Je bent hier omringd door uitgekookte slechteriken, zoals deze twee hier…
(Van Aartsen en Verhagen protesteren heftig maar weinig overtuigend)… en waar komen jullie mee aan? Boris van der Ham. Net van de kleinkunstacademie? Laat me niet lachen. Lousewies van der Laan! Schoolparlement? Geloof me, daar redt je het niet mee hoor, tegenover ratten als Jozias en Maxime.
Van Aartsen en Verhagen (in koor): Of Wouter!
Bos: Die naaien jullie lachend in ‘t pak. Met één arm op de rug.
Dittrich (kijkt naar Van Aartsen en Verhagen, die opnieuw de vermoorde onschuld spelen): Nou, daar geloof ik niks van hoor! We hebben echt een hele prettige verstandhouding. Toch, heren?
Van Aartsen en Verhagen: Nou en of!
Bos (hoofdschuddend): Laat je niks wijsmaken, Joris.
Dittrich: Boris!
Bos: Sorry, Bóris.

II

Thuis bij Hans Van Mierlo en Conny Palmen. Van Mierlo zit diep weggezakt in een enorme bruinlederen fauteuil. Zijn karakteristiek gebruinde hoofd vormt haast naadloos één geheel met het geplooide leer. Somber staart hij voor zich uit. Daar verschijnt zijn levensgezellin Conny Palmen. Zij neemt plaats op een crapaud tegenover hem. Haar karakteristiek niet-gebruinde gezicht kleurt perfect bij de wollen, gemêleerd-ecru bekleding. Lange tijd wordt er niets gezegd. Kijken zij elkaar slechts aan. Conny Palmen verbreekt het zwijgen.

Palmen: A penny for your thoughts…
Van Mierlo: (zucht) Ach…
Palmen: Je postzegelverzameling? Nog steeds die serie Lichtenstein niet compleet?
Van Mierlo: Ach! To hell met die postzegels. Nee…
Palmen: …?
Van Mierlo: De peilingen… (zucht)
Palmen: O? zeg eens?
Van Mierlo: Twee.
Palmen (schrikt maar houdt zich in): Tja… (pauze) Da’s meer dan één, Hans.
Van Mierlo (probeert te lachen): … Er is ook een peiling met één. Van een ander bureau.
Palmen: Een verschil van honderd procent.
Van Mierlo: Vroeger lachte je om een zeteltje meer of minder. Nu is het om te huilen.
Palmen: Ach joh, het is maar politiek.
Van Mierlo: Nee, het í­s niet alleen maar politiek. Het zijn ideeën.
Palmen: Ook ideeën hebben hun tijd. En niet elk idee draagt vrucht.
Van Mierlo: Boris Dittrich wil van die hele bestuurlijke vernieuwing af. Jammer van de gekozen burgemeester, zegt hij, maar we hebben ook nog onderwijs en innovatie. Mijn zoon is dood, zegt de vader aan het graf, maar gelukkig heb ik nog een mooie dochter.
Palmen: Niet elke vrouw krijgt kinderen. Toch hebben ook kinderloze vrouwen recht van bestaan. En vaak zijn het de interessantste.
Van Mierlo: Veertig jaar ploeteren, en niets achterlaten.
Palmen: Weet je, je laat wél iets achter, Hans.
Van Mierlo: Wat dan?
Palmen: De rest van de politiek.
Van Mierlo: Hoe bedoel je?
Palmen: Zonder D66 zou de rest van de politiek er heel anders uitzien.
Van Mierlo: Erg lief van je om dat te zeggen, Con, maar of het waar is…
Palmen: Jullie brachten de rede in iets dat ónredelijk was. De bestaande politiek was onredelijk, geschoeid op ideologieën die eigenlijk een soort religies waren, en jullie kwamen daar doorheen, als the voice of reason, en daar was behoefte aan, aan rationaliteit. Dus dat werd een succes. Maar nú, nu die ideologieën zijn weggevallen, nu is héél de politiek redelijk, en zijn jullie dus je onderscheidende kenmerk kwijt. Misschien is er nu in de politiek wel juist behoefte aan ónredelijkheid.
Van Mierlo(staart peinzend voor zich uit): Dat zou in elk geval het enorme succes van de SP verklaren.
Palmen: Precies! Pim Fortuyn, Geert Wilders. Je moet juist ónredelijk zijn!
Van Mierlo (denkt na, krijgt ingeving): Maar wij zí­jn toch onredelijk?
Palmen: Hoe bedoel je?
Van Mierlo: Met dat gedram over die gekozen burgemeester? Dat í­s toch onredelijk? Dat wij er maar over dóórgaan, terwijl de anderen het gewoon niet wí­llen! Dan is het dus eigenlijk een ónredelijk idee.
Palmen (probeert de logica erin te houden, maar het wordt lastiger): Terwijl het dus juist gebaseerd is op een rédelijke gedachte. Dus een rédelijk idee dat niet aanvaard wordt is in feite een ónredelijk idee, ook al is het redelijk en de reden van het verzet ónredelijk, maar doordat het idéé inmiddels ónredelijk is, is het verzet ertegen automatisch rédelijk, zodat je dus niet alleen redelijk verzet hebt tegen onredelijke ideeën en onredelijk verzet tegen redelijke ideeën, maar ook onredelijk verzet tegen onredelijke ideeën en redelijk verzet tegen redelijke.(Van Mierlo doet zijn uiterste best om deze monoloog te volgen, je ziet hem puzzelen in zijn hoofd om de zaak op orde te houden:)
Palmen: Kortom: D66 zit gevangen in de paradox van de onredelijke redelijkheid en de redelijke onredelijkheid.
Van Mierlo (heeft nog één puzzelstukje over): Tja, dat is eh…
Palmen (staat op): Zeg lieverd, ik ga.
Van Mierlo: Wat ging je ook alweer doen?
Palmen: Even naar Ischa.
Van Mierlo: O ja. Doe hem de groeten.

(Palmen verdwijnt. Op dat moment gaat de telefoon. Van Mierlo reikt moeizaam naar het toestel.

Van Mierlo: Hafmo hier… Ah, Boris! Zeg, waar ik over belde. Huh? Jí­j belde mij? Echt waar? Hm, nou, dat scheelt weer in de kosten. Wat ik wou zeggen: ik had net een interessant gesprek met Conny, naar aanleiding van die peilingen. Weet je wat het is, Boris? D66 zit gevangen in de paradox van de redelijke onredelijkheid. (pauze) Ja nee, de onredelijke redelijkheid, of was het nou, wacht even… de paradox van de.. nou ja… (fade out, we horen nog slechts flarden) … in elk geval, het komt er op neer… eh, wacht even…

III

De D66 fractie vergadert. Lousewies van der Laan, Bert Bakker, Boris van der Ham, Ursi Lambrechts, Fatma Koser Kaya en aan het hoofd van de tafel, voorzitter Boris Dittrich. Men hangt wat onderuit, kennelijk is de bespreking al enige tijd gaande. Bert Bakker beent getergd op en neer met een rapportje in de hand.

Bert Bakker: Ja jongens, (smijt rapportje op tafel) dit zijn natuurlijk wel kútcijfers! En dat allemaal vanwege dit kútkabinet, met die kút-Jan-Peter en die kút-Piet-Hein en die kút-Rita!
Lousewies van der Laan: Ach jij, met je K-kabinet. Het spijt me hoor maar dat is dus écht slap gelul. Dat kabinet heeft er geen rrrrreet mee te maken. Een K-profí­el, dáár gaat het om, D66 heeft een K-profiel! En hoe komt dat? Omdat we slappe lulpraatjes afscheiden.
Boris van der Ham: Precies! D66 heeft geen ballen!
Bakker: Blij toe. Laat die maar lekker naar de VVD gaan.
H: Ik heb het niet over balletjes, maar over ballen! Kloten! Balls! Smoel! Guts!
Ursie Lambrechts: Juist, we hebben nu de kut, de slappe lul, de ballen, de reet, de guts en het smoelwerk gehad, willen jullie de tieten en de knieën van D66 ook nog doornemen of kunnen we het nu misschien even over politiek hebben?
Boris Dittrich (kwasi-filosofisch): Weetje… soms denk ik wel eens… wij zijn eigenlijk veel te éérlijk. Het gaat in de politiek niet alleen om gelijk hébben, maar om gelijk kríjgen!
Lambrechts: Wat wil je daarmee zeggen, Boris?
Dittrich: Politiek is ook: vooruit denken, sluw anticiperen. Schaken! Wij worden omringd door uitgekookte machiavellisten die de boel op een vreselijke manier te manipuleren.
Bakker (verongelijkt): Dat zeg ik al járen! Wij moeten opportunistischer zijn!
Dittrich: Wij laten ons de kaas van het brood laten eten! En dan zeggen we later: goh ja, we zijn genaaid, wat een rotstreek van ze, hadden we dat maar eerder doorgehad.
Lambrechts (knikt herkennend): Ja, dat is waar. Zo zijn wij!
Dittrich: De VVD en het CDA hebben ons met dat Paasakkoord een kunstje geflikt…
Bakker: Zwaar genááid, zul je bedoelen…
Dittrich: Dat is jouw woordkeus, Bert, maar in elk geval, het wordt tijd dat wij iets bedenken waar wíj als winnaar uit tevoorschijn komen en zí­j eens aan het kortste eind trekken…
Bakker Zo is het! Godverdomme!
Fatma Koser kaya: Weet je wat het met jou is, Bert?
Bakker: Nou?
Koser Kya: Jij bent niet glikt gnoeg.
Bakker: Wat?
Koser Kaya: Glikt gnoeg.
Bakker: Ge-likt ge-noeg, bedoel je dat? Jezus mens, leer ‘ns Nederlands spreken!
Lambrechts: Heb je weer gedronken, Bert?
Bakker: Gisteravond. Tanja is terug uit Kosovo, had een tweeliter fles Slivovic meegenomen. Helemaal leeggedronken.
Dittrich (quasi argeloos): Zeg, het schijnt dat Alexander van plan is zich tegen een missie naar Uruzgan uit te spreken.
Bakker: Echt waar? Pas jij maar op Boris, die is op jouw stoel uit.
Van der Ham: En dan uiteindelijk toch door de bocht gaan?
Ditrrich: Je weet hoe het is: zij willen per sé doorregeren.
Van der Laan (imiteert Brinkhorst): Ek zoh mn zeuventigste verjærdag græg vieren als menester van Euceuneumische Záken…
(hilariteit)
Bakker: De baas zijn, dát is wat ze willen.
Van der Ham: En wéér een keer die malle kroonjuwelen oppoetsen!
(Rest vd fractie maakt braakgeluiden.)
Bakker: Ja, en als we Alexander z’n gang laten gaan, dan is hí­j straks de baas. En dat is precies wat ze dan gaan doen: de kroonjuwelen oppoetsen. Met Hans…
Van der Laan: En Laurens Jan…
Bakker: En Thom…
(Opnieuw braakgeluiden)
Bakker: Dat zou dus betekenen dat jij Alexander vóór moet zijn, Boris.
Dittrich: Maar hoe dan?
Bakker: Zo snel mogelijk een statement afgeven dat we tegen die missie zijn!
Dittrich: Ja, maar zí­jn we dat eigenlijk wel?
Bakker: Wat doet dát er nou toe?
Dittrich: Alexander en Laurens Jan worden woedend!
Bakker: Dat zit er dik in, maar het is de enige manier om het initiatief vast te houden.
Van der Laan: En dan op het laatste moment door de bocht?
Bakker: Nee, waarom eigenlijk?
Van der Laan: Jottem, we gaan het kabinet laten vallen!
Bakker: Desnoods!
(Instemmende geluiden van de rest, behalve van Ursi Lambrechts, die zich in toenemende mate verwondert.)
Lambrechts: Ja maar…
Van der Laan (enthousiast, glazige blik): Kijk, dán doe je serieus mee. Dán zit je in álle programma’s. Wékenlang!
Lambrechts (vertwijfeld): Ja maar jongens, daar gaat het toch niet om?
Dittrich: Huh?
Lambrechts: Dit is toch niet… niet… niet… redelijk?
(Stilte, men schrikt, hier wordt een belangrijk beginsel aangeroepen.. De blikken gaan richting Dittrich.)
Dittrich: Ja, oké, maar dat is misschien wel eens góed.
(Algehele verbazing)
Dittrich (filosofische blik in de verte): Weet je… dat hele idee van de redelijkheid… dat is misschien wel een beetje… achterhááld.
(Opnieuw bevreemding rond de tafel… waar gaat dit heen?)
Lambrechts: Waar heb je het over, Boris?
Dittrich: Over de paradox van de redelijke onredelijkheid…
Van der Laan: Boris, zeg eens eerlijk, ben je weer bij Hans en Connie geweest?
Van der Ham: De Breukhoventjes? Wat moet-ie dáár?
Van der Laan: Van Mierlo en la Palmen, oen! Nou?
Dittrich: Ja nee, wacht nou even. Er zit wat in. Als er te veel redelijkheid is, zoals nu, dan kun je je alleen maar onderscheiden met ónredelijkheid…
Van der Laan: Hm. Dat zou in elk geval het gigantische succes van de SP verklaren.
Dittrich: Precies. Of het appeal van een onredelijke figuur als Fortuyn. Van der Laan: Geert Wilders!
Van der Ham: Aha! (maakt gebaar alsof hij de slogan al voor zich ziet): D66: Het ónredelijk alternatief!
Dittrich: Oké. Ik ga vandaag on the record dat wij tégen die missie zijn…(fade out, we verstaan alleen nog flarden)… risico’s, mandaat, bladi bla…
Lambrechts (verbluft): Maar jongens…?

IV

De vaste suite van Hotel Des Indes, die D66 huurt voor vertrouwelijke besprekingen waarbij het laat kan worden. In een stoel zit Laurens Jan Brinkhorst, afgemat, en tuurt verslagen voor zich uit. Om hem heen een geweldige ravage. Scherven van serviesgoed, etensresten in het tapijt getrapt, klevend aan de muur, een minibar ligt ondersteboven in de hoek, het deurtje open, in de grote kristallen kroonluchter aan het plafond hangt een diplomatenkoffertje. Een kamerjongen komt binnen, kijkt ontzet om zich heen, ontdekt Brinkhorst en snelt naar hem toe.
Kamerjongen: Meneer Brinkhorst! Alles goed?
Brinkhorst (knippert met de ogen): Eh, já Hassan, já heur, alles goed.
Kamerjongen: Wat een bende!
Brinkhorst: Het was een beetje een eh…tumultueuze bijeenkomst.
Kamerjongen: Is het eh, crisis in de regering?
Brinkhorst: Ach já… zoiets, Hassan, zoiets. Het is eh… hoe zei Beuris dat ook alweer…? De párádox van de redelijke onredelijkheid. Of andersom. Nu já, zoiets. De kwádrátuur van de cirkel, máár dan anders. (Probeert te grinniken, maar het lukt niet. Wrijft zich in de zij, alsof hij pijn heeft)
Kamerjongen: Weet u zeker dat alles in orde is meneer, Brinkhorst?
Brinkhorst: ‘K heb een spier verrekt, gleuvik (knikt naar het minibarretje)… zag ineens iets zwáárs op me afkeumen. Toen ben ik maar even opzee gesprungen.
Kamerjongen: Op zee?
Brinkhorst: Opzéy. Terzéyde, zeugezagd. Purtijgeneut Bakker verleur even zijn zalfbeheersing. Als je nog één keer ‘vrinden’ zegt bega ik een ongeluk, riep hij. ‘Vrinden, vrinden, láten we het leuk houden,’ zei ik toen. Wáárop hij de dáád bij het weurd voegde! (Probeert weer te lachen, weer pijnscheut)
Hassan: Ik kwam meneer Dittrich tegen op de gang, het leek wel alsof hij gehuild had. Bedankt voor alles Hassan, zei hij, het ga je goed. Is hij ontslagen of zo?
Brinkhorst: Nou neuh, dat niet. Maar Beuris Dittrichs politieke loopbaan is vanavond wel tot een einde gekeumen, vrees ik. Sympáthieke vent, dáár niet van. Tikkeltje náief misschien. Never knew what hit him. Enfin…
Kamerjongen: Wit u misschien nog iets drinken, meneer Brinkhorst?
Brinkhorst: Nee dank je Hassan. Hoewel, doe eigenlijk maar een kopje théé.

V

Den Haag, Binnenhof. De gang van de D66 fractie, daags na het catastrofale debat over Uruzgan en de dramatische, tumultueuze nazit in Hotel De Indes. Dittrich verlaat zijn kamer, kartonnen doos onder de arm. Daar komt Wouter Bos voorbij gelopen. Bos houdt zijn pas in en komt glimlachend naar Dittrich toe. Dittrich knijpt zijn ogen toe, ademt diep in, en kijkt hem zwijgend aan.
Bos: Hallo Boris. Ik begrijp dat je opstapt.
Dittrich: Ja, wat denk je?
Bos: Tja, ik zou in jouw positie hetzelfde doen. Erg lullig voor je, zoals het gelopen is. Echt heel erg lullig.
Dittrich: Tja. Enfin…
Bos: Het kan verkeren!
Boris: Jullie zijn te naïef, zei je een paar maanden geleden, na die Nova-uitzending, weet je nog? Niet doortrapt genoeg. Joris noemde je me, weet je nog?
Bos (met een moeilijk te peilen lachje): Goh ja, dat is waar, ja.
Dittrich: Nou je had gelijk. Dat is wel gebleken.
Bos (lacht geheimzinnig): Het was een welgemeend advies…
Dittrich (ietwat schamper): Maar ik had er beter niet naar kunnen luisteren.
Bos: Tja. Het is als met tennis. Soms moet je het spel van je tegenstander spelen, en soms juist je eigen spel.
Dittrich: Ongetwijfeld. Hony soit qui mal y pense, zullen we maar zeggen.
Bos: Ken je dat mopje over die zwakke brug? Staat een bordje naast: ‘Slechts één persoon tegelijk.’ Man loopt in z’n eentje over die brug, zakt erdoorheen. Hoe kan dat?
Dittrich: Geen idee.
Bos: Een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Dittrich glimlacht flauwtjes, Bos lacht hardop, slaat hem joviaal op de schouder en loopt weg.
Dittrich staart nog even voor zich uit en loopt door, de lange gang uit. Dan slaat hij linksaf, en is weg.

DOEK

Reacties

Reacties zijn gesloten.