Non-probleem

Geplaatst op september 6, 2007 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

De scriptie waarmee ik ‘afstudeerde’, ergens ver in de vorige eeuw (maar nog na de tweede wereldoorlog), droeg een motto afkomstig van Hunter S. Thompson, een vermaard Amerikaans journalist die leefde van 1937 tot 2005. Niet zo oud geworden dus, en voor degenen die zijn loopbaan volgden was dat ook geen verrassing, want Thompson kon in een etmaal een hoeveelheid drugs tot zich nemen waar menigeen een leven mee toe kan en dan gebruik ik de term ‘drugs’ in de ruimst denkbare zin, inclusief suiker, rood vlees, menstruatiepillen, haarlak en hobbylijm. Thompsons geheim was dat zijn taalcentrum en zijn typspieren gewoon doorgingen als zijn centrale zenuwstelsel al lang uitgeschakeld was. Dat motto van mij komt uit het meesterlijke Fear & Loathing in Las Vegas, als Thompson zijn visie geeft op journalistieke objectiviteit:

Objective journalism is a hard thing to come by these days. We all yearn for it, but who can point the way? The only man who comes to mind, right offhand, is my good friend and colleague on the Sports Desk, Raoul Duke. Most journalists only talk about objectivity, but Dr. Duke grabs it straight by the fucking throat.
(Raoul Duke was één van Thompsons pseudoniemen.)

Joris Luyendijk, voormalig Midden Oosten-correspondent van NRC Handelsblad, heeft sinds zijn terugkeer aandacht gevraagd voor het gebrek aan ‘objectiviteit’ van de berichtgeving over de conflicten daar. De eisen van de moderne journalistiek, stelt hij, maken het onmogelijk om eerlijk en genuanceerd over die conflicten te berichten, want daarvoor moet je zoveel uitleggen en clausuleren, daar is geen ruimte voor. Luyendijk maakte furore met zijn boek over dit onderwerp, en dat heeft me verbaasd, want zijn verhaal is niet overtuigend.

Hij geeft de nodige voorbeelden van wat er misgaat in de berichtgeving over het Midden Oosten, maar nooit komt hij met een geval waarvan je denkt: ja, daar staat zelfs de meest consciëntieuze journalist machteloos. Luyendijk bekreunt zich om problemen die inherent zijn aan elke vorm van journalistiek. Manipulatie, propaganda, partijdigheid, het is the name of the game! Zijn boek, Het Zijn Net Mensen, had je ook kunnen schrijven na vijf jaar handelscorrespondentschap voor Dagblad de Typhoon, al zou dat natuurlijk veel minder aandacht trekken, maar dat is natuurlijk vooral omdat wij zo in onze maag zitten met het Midden Oosten, en een journalist die wat schuld van onze schouders neemt van harte welkom is.

In het septembernummer van Onze Taal staat een stuk van Luyendijk waarin hij zijn thema toespitst op taalgebruik. Waarom spreken de media wel van ‘bloedige aanslagen’ door Palestijnen maar niet van de ‘bloedige bezetting’ door Israël, vraagt Luyendijk zich af. Tja. Zouden er door het ontbreken van dat adjectief veel krantenlezers zijn die niet beseffen dat bezetters ook slachtoffers maken?
Of: ”Is dat stukje land ‘bezet’ of ‘betwist’, en moet het worden ‘opgegeven’ of ‘teruggeven’?”
Ik zou zeggen, Joris, beste oud-correspondent: als je daar nu nog niet uit bent, wat heb je daar dan al die jaren gedaan? Je hebt betwist land, dat als gevolg van die twist op een gegeven moment bezet kan worden. Is het land wel betwist maar nog niet bezet, dan noemen we het vooralsnog ‘betwist’. Is het tevens bezet, dan kun je het best van ‘bezet’ spreken. Nee, daarmee ontken je helemaal niet dat het betwist is, je impliceert het reeds.

Dan het tweede deel van je vraag. En de ene partij spreekt van opgeven en de andere van teruggeven, ook daar is niets geheimzinnigs aan, dat is gewoon een kwestie van perspectief. Met perspectief is niets mis, ook in journalistiek niet, als je het maar duidelijk aangeeft. Net als in een schilderij, zeg maar.
”Waarom spreekt de pers van ‘president Moebarak’ en niet van ‘dictator’ Moebarak?” Tja, beste Joris, is dat misschien omdat ‘president’ zijn titel is en dictator een kwalificatie? We zeggen toch ook ‘president’ Bush en niet ‘republikeinse redneck’ Bush? Of ‘de middels twijfelachtige verkiezingen aan het bewind gekomen’ Bush?
”Moeten we zeggen Israël of Zionistische Entiteit?’ – weer zo’n quasi-gewetensvraag.
Wat dacht je van: ‘Israël, of zoals Palestijnen zeggen: de Zionistische Entiteit’. Andersom kan ook: ‘De Zionistische Entiteit, zoals Israël door Palestijnen genoemd wordt.’ En dat hoeft echt niet elke keer hoor, Joris, als correspondent mag je er best vanuit gaan dat mensen je vaker lezen en zich bij het lezen van stuk B de kanttekeningen uit stuk A nog herinneren.

Je denkt telkens: had Luyendijk die vragen nu maar vóór zijn vertrek gesteld, dan had iemand hem een beetje kunnen bijpraten. Nu schuift hij zijn eigen worsteling met elementaire (en voor een deel denkbeeldige) problemen in de schoenen van de journalistiek als geheel.
Een journalist die moet opereren in een schimmig krachtenveld kan eigenlijk maar één ding doen: the right thing. Niet babbelen, maar proberen dwars door de rookflarden het monster bij de strot te grijpen, precies zoals Thompson zegt. Al het andere zijn krokodillentranen.

Reacties

Laat een bericht achter