Risicomanagement

Geplaatst op november 21, 2007 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

 

Naast ons in het ontbijtzaaltje van onze Riad in Marrakesj zit een Oostenrijks echtpaar van een jaar of veertig, gisteravond aangekomen. (Riads zijn Marokkaanse patriciërshuizen, tegenwoordig vaak in gebruik als pensions). Als ze uitgegeten zijn schuift een man bij ze aan, een jonge Marokkaan in Westerse dracht, gewapend met een diplomatenkoffertje. Zijn Duits is zo zuiver als van een WDR-omroeper. Uit de koffer komt een formulierenblok tevoorschijn, waarop hij nauwgezet de personalia van het echtpaar invult, naam, adres, paspoortnummer, telefoonnummer, enzovoorts. Hij zou een verzekeringsagent kunnen zijn die een schade komt opnemen, maar hij is de privé-gids die het Oostenrijkse echtpaar vanaf morgen drie dagen bij hun bezoek aan Marrakesj zal begeleiden. Tot die tijd staan zij er alleen voor en de gids adviseert hen om binnen te blijven. Voor het geval ze toch de stad in willen, heeft hij een paar tips. Mijn reisgenoot willen net opstaan, maar nu hervullen we de koffiekopjes en spitsen de oren. Wie weet wat je nog opsteekt.

‘Allereerst,’ zei de gids, ‘laat u nooit de weg wijzen. Valse gidsen lokken u in de val en persen u geld af. Het beste kunt u met niemand spreken.’

De Oostenrijkers knikten ernstig.

‘Ten tweede: geef nooit aan bedelaars. Andere bedelaars zien dat onmiddellijk en voor u het weet wordt u onder de voet gelopen.’

‘Oké.’

‘Ten derde: eet of drink nooit iets op straat, grote kans dat u daar ziek van wordt.’

‘Oké.’

‘Ten vierde: wees alert op zakkenrollers. Draag niets op zak, hou geld en eventuele creditcards in uw hand, in uw broekzak, of draag onder uw kleding een onzichtbare geldbuidel.’

Naarmate de opsomming vorderde waren de gezichten van het Oostenrijkse echtpaar steeds bedrukter gaan staan, al was niet helemaal duidelijk wat hen het meest verontrustte, de vele gevaren die de gids beschreef of diens volmaakt toonloze Hoog-Duits, en het vooruitzicht dat drie dagen achtereen te moeten aanhoren.

‘Maar zoals ik al zei: het beste kunt u tot morgen gewoon binnenblijven. Vanaf acht uur ben ik tot uw beschikking en zal ik u verder begeleiden.’ De gids klapte zijn koffertje dicht, stond op en maakte een lichte buiging. ‘Gutentag und bis morgen.’

Opgelaten keek het echtpaar elkaar aan. ‘Oké,’ zuchtte de vrouw, ‘zullen we op het dakterras gaan zitten met een boek?’

Ook mijn reisgenoot en ik keken elkaar aan. Zomaar wat rondlopen, kebabjes eten van rokende straatgrills, souvenirs kopen in de souks, straatgidsjes inschakelen als we de weg kwijtwaren, bedelaars dirham-stukken in de hand drukken, hier en daar een praatje maken, en dat alles zónder onzichtbare geldbuidel, de opsomming van de gids van wat de Oostenrijkers vooral niet moesten doen, bevatte exact de dingen die wij de afgelopen dagen wel gedaan hadden.

We hadden wel, wel… dood kunnen zijn!

Hetgeen alles behalve het geval was.

Reacties

Laat een bericht achter