Het P-woord

Geplaatst op november 26, 2007 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

problemen&oplossingen.gif

Dus volgens Google zijn er zes keer zoveel problemen als oplossingen in de wereld. Hoe liggen die verhoudingen in de krant?In de Volkskrant van zaterdag 24 november jl. lag de score op 18 versus 7, in NRC Handelsblad op 23 versus 12. Meer problemen in NRC dan in de Volkskrant, maar verhoudingsgewijs ook meer oplossingen. Wat zijn dat voor ‘problemen’ waarover je zoveel over in de krant leest?

Het probleem van het onderwijs bijvoorbeeld, dat weer uiteenvalt in talrijke sub-problemen, zoals het probleem van de lerarensalarissen, het probleem van de kapotvernieuwing en het probleem van de pabo-ers die niet kunnen rekenen, het probleem van de jeugdzorg, eveneens een bundel-probleem, denk aan het probleem van de overbelaste gezinsvoogden, het probleem van de langs elkaar heen werkende jeugdzorgers of het probleem van het comazuipen, of neem het probleem van het ontslagrecht, het probleem van de Co2, het probleem van het fijnstof, het probleem van de huizenmarkt, het probleem van Darfur, het probleem van Afghanistan, het probleem van Irak, het probleem van Israel en de Palestijnen, het probleem van de nationale identiteit, het probleem van de Betuwelijn, het probleem van de Noord-Zuid-lijn, het probleem van de onverzekerde illegalen, het probleem met Marco van Basten, en dan natuurlijk nog het probleem van de kutmarokkaantjes, het probleem van de islam en het probleem van de integratie.

Misschien moeten we eens een nieuw woord bedenken voor wat wij ‘problemen’ noemen. Of afspreken dat we het P-woord pas in de mond nemen als we het erover eens zijn dat het hier inderdaad om een echt en ernstig ‘probleem’ gaat. Een probleem dat we ook echt gaan oplossen. Nog beter: laten we het woord ‘probleem’ pas van stal halen als de oplossing al klaar ligt. Niet ‘dit ís het probleem’, maar ‘dit wás het probleem.’

Met al die problemen blijft er maar weinig ruimte over voor het idee dat wij het in dit land eigenlijk best goed hebben. ‘Wouldn’t it be a lovely headline,’ zingt Rufus Wainwright, die vorige week Nederland aandeed, ‘’Life is beautiful’ on the New York Times.’

Ik ontleen dat citaat aan de column van Marjolijn Februari in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. In de auto draait ze de nieuwe cd van Katie Meluha, die zingt: ‘Looked through the paper. Makes you want to cry. Nobody cares if the people live or die.’ Vervolgens komt ze die verzuchting vaker tegen, bij collega-columnisten, een geïnterviewde in de krant, en ook al op de andere cd die ze bij zich heeft, van Wainwright. Het is een trend!

Waar komt die trend vandaan? Ik denk omdat er te véél problemen zijn. ‘Problemen’ zijn een keuze, een onderdeel van je wereldbeeld. Je bent socialist, dus de uitbuiting van het proletariaat is een ‘probleem’. Je bent een kapitalist, dus de hoge werkgeverslasten zijn een ‘probleem.’ Bij een ideologie horen bepaalde ‘problemen’, maar ook een heleboel problemen niet. Toen ik klein was waren de kindertjes in Afrika het probleem, later werd het de oprakende planeet, weer later de excessen van de verzorgingsstaat, en vandaag de dag zijn ze het alle drie! Hoe vager je wereldbeeld, hoe vatbaarder je wordt voor ‘problemen’. De ‘problemen’ gaan met elkaar in concurrentie, verdringen zich om je aandacht met argumenten van ernst en relevantie, als wasmiddelen in de reclame. Terwijl onze koopkracht beperkt is; dat geldt voor soep, het geldt voor groene stroom en voor problemen geldt het ook. Maar de media moeten ze allemaal aanbieden – voor elck wat wils.

Maar bestáán ze ook echt? Tenslotte geven we onderzoekers en enquêteurs in overgrote meerderheid te kennen dat we ons prima voelen. Onlangs nog, onderzoek van het SCP, 82 procent van de Nederlanders is gelukkig of héél gelukkig. Als je de kranten leest zou je dat niet zeggen. Of het zou moeten zijn dat we ons gelukkig voelen juist dankzij al die ‘problemen’. Die er kennelijk wel zijn, maar ons op een of andere wijze niet raken. Dat we een natie van bofkonten zijn, op magische wijze de dans ontspringend van de talrijke problemen die ons omringen.

Zo’n gekke gedachte is het niet. In de crisisjaren, de jaren dertig van de vorige eeuw, toen er echt dat je zegt problemen waren, althans in vergelijking met nu, was het in de media een en al vrolijkheid, romantische komedies, dansmarathons en lichte muziek. Toen ontvluchtten mensen de misère met romantiek, misschien ontvluchten wij nu het geluk met ‘problematiek’? Toen waren er mensen die zeiden: hou eens op met dromen en dansen, kijk naar de ellende om je heen! Nu zijn er mensen die zeggen: hou eens op over al die problemen, het leven is mooi!

Reacties

Laat een bericht achter