Quota, targets, scores & protocollen

Geplaatst op februari 26, 2008 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

sales-targets.gif
Ik ben nooit zo’n puzzelaar geweest (laat dat ding dan héél, denk ik al gauw), maar mijn moeder deed het graag & wat ik me herinner van de zondagmiddagen dat ze over zo’n gecraqueleerde reuzen-ansicht gebogen zat, is dat één stukje een hele reeks andere op zijn plaats kan doen vallen.

In je hoofd kan zoiets ook gebeuren. Afgelopen weekend gebeurde zoiets, toen ik in NRC Handelsblad een interview las met de filosoof Grahame Lock, die politieke theorie en filosofie doceert in Leiden en Oxford, naar aanleiding van het rapport Dijsselbloem. Het was net alsof ik een puzzelstukje vond dat ontbrekende verbinding vormt tussen een stel andere.

Het gejuich om het rapport Dijsselbloem was cathartisch, als van de omstanders bij een exorcisme, maar Lock is sceptisch, want het ware probleem wordt volgens hem niet geadresseerd. Dijsselbloem stelt wel dat het niveau van het onderwijs gedaald is, maar hij hanteert hetzelfde soort criteria als de beleidsmakers die het allemaal verkeerd gedaan hebben, stelt Lock. Die criteria, díe zijn het probleem. De standaarden, controles, toetsen en protocollen die bij de meting van ‘kwaliteit’ gehanteerd worden hebben niets te maken met ‘real life’, stelt Locke, in feite meten ze niets. Dat is het ware probleem: dat we in een audit society leven, zoals de socioloog Michael Power het noemt, een samenleving waarin de methoden van het accountantsonderzoek ook worden toegepast op activiteiten die zich daar niet toe lenen. In het bedrijfsleven draait alles om efficiency, om input, throughput en output, daar werkt die benadering, maar in allerlei ander sectoren, de zorg en het onderwijs bijvoorbeeld, werken ze niet. Dat zijn werkelijkheden die zich niet laten vangen in cijfers. De ‘kwaliteit’ van een leraar bestaat er misschien wel uit dat hij leerlingen thuis ontvangt om diep op iets in te gaan, of spontaan de les verlengt, maar hoe kwantificeer je dat? Buiten de lestijden zitten lokalen op slot, want er is een uurprijs voor lesruimten berekend en die moet worden verantwoord.

Zo creëer je systemen van normen, targets, quota en protocollen, en wat doen mensen in zo´n systeem? Die leren het bespelen. Er ontstaat een schijnwerkelijkheid van scores en indicatoren die in wezen naar niets verwijzen. Het enige dat de Commissie Dijsselbloem doet is het aanpassen van de targets. Het rapport spreekt van ‘wettelijk vastgelegde deugdelijkheidseisen.’ Locke: ‘Formuleer uw onderwijsdoelen, zullen ze aan leraren vragen. Wat schrijf jij op, vragen ze dan aan elkaar. Prachtig, nieuwe buzzwords. (-) Het is allemaal nep. De visitatiecommissies, de inspecties, de kinderen de leraren, iedereen weet dat het nep is. Maar officieel kan niemand het meer betwijfelen, juist omdat alles objectief moet zijn. Ze kunnen niet meer zeggen: jullie hebben een score van 98%, maar we geloven het niet! Wat voor andere criteria zou je dan moeten aanleggen?’

De helpdesk, de vakkennisloze manager, het nieuwe zorgstelsel, de onveilige bussen van Connexxion, de 1040-norm, Haagse beleidsdiarree, nieuwe fantasienamen voor oude overheidsdiensten, de fantoomrekeningen van Nuon, de graaicultuur en de optiepaketten, de acties in de thuiszorg, het callcenter, – ineens vielen al die puzzelstukjes op hun plaats. Je voelt dat al die dingen met elkaar te maken hebben, maar hoe precies? Zo dus.

‘Het is heel grappig,’ zei Locke nog, ‘als het niet zo tragisch was.’

Overigens had Lock ook nog wel een troostrijke boodschap. Die niveauverlaging van het voortgezet onderwijs is een Europees verschijnsel, stelt hij, Nederland loopt wat dat betreft gewoon ind e pas. Ook in Oxford moeten bijspijkerprogramma’s worden opgezet om eerstejaars studenten op het vereiste startniveau te brengen. En misschien is die niveauverlaging ook wel helemaal niet zo erg, stelt Lock. Door onder andere de ICT zijn voor het werk van de moderne middenmanager tegenwoordig aanzienlijk minder vaardigheden nodig dan dertig jaar geleden. Onze zorg dat het niveau daalt is cultureel, stelt Lock, economisch gezien levert het onderwijs keurig af wat de arbeidsmarkt vraagt.

Gelukkig heeft hij daar niet helemáál gelijk in, getuige het enorme aantal onvervulde vacatures in de technische beroepen. Er lopen wel degelijk iets te veel jongelui rond met een vage, algemene witte-boorden -scholing en te weinig die echt iets kúnnen. En dus roept nu iedereen: leve het ambacht. Stel dat het andersom was, te veel loodgieters en schilders en te weinig telefonverkopers en callcenter-telefonisten. Zouden we dan ‘Leve de McJob!’ roepen?

Reacties

Laat een bericht achter