Kramer versus Cramer

Geplaatst op september 2, 2008 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

telefooncranmer1.gif

De telefoon waarmee Jacqueline Cramer haar ondertekening van de bewuste adhesieverklaring bevestigde.

(Bron: het concept-rapport van Ernst & Young)

Dat de werkelijkheid altijd weer gekker is dan wat je kunt verzinnen is een feit waar we om de zoveel tijd met de neus bovenop gedrukt worden, en toch is het iedere keer weer verbazingwekkend.

Soms vraag je je af of het wel echt de ‘werkelijkheid’ is die zich zo vreemd gedraagt, of dat we het misschien toch zelf zijn. Dat we al die bizarre scènes wel degelijk zelf regisseren, om vervolgens in de zaal te gaan zitten en ons te verbazen, als een baby die zijn speen uit de box gooit en het op een hartverscheurend huilen zet.

Neem de rel rond Zjakkelienuh Qrahmer (zoals je haar naam eígenlijk spelt), de minister van Milieu die nu in opspraak is vanwege een ‘handtekening’ onder een adhesiebetuiging aan activisten die bij een ministerie hadden ingebroken. Het heeft iets van een scene in een oude Fellini. ‘Er gebeurt iets, midden op het plein,’ heeft de regisseur gezegd, ‘maakt niet wat, iemand struikelt, of laat iets vallen, verzin maar iets, maar binnen dertig seconden staat iedereen er omheen te schreeuwen en te roepen en te gesticuleren. En dan, na een minuut, houdt het weer op, loopt iedereen weer weg en wordt het plein weer rustig.’

Alsof Zjakkelienuh is gaan zitten en gedacht heeft: hoe kan ik nu reageren zodat deze zaak níet met een sisser afloopt? Wat moet ik doen en zeggen om ervoor te zorgen dat dit non-gegeven een bron van commotie en mogelijk zelfs mijn ondergang wordt?

‘In dat geval zou ik eerste een potje gaan draaien,‘ heeft een adviseur gezegd. ‘Dus niet zeggen: ja, dat heb ik gedaan, en wat dan nog, zo zag Milieudefensie dat toen, nee, eerst zeg je dat je het je niet herinnert.’

‘Ja maar dat maakt toch niet uit?’ heeft Zjakkelienuh gezegd,’ik heb het toch gedáán?’

‘Jawel,’ zei de adviseur, ‘maar u wilt dat dit uit de hand loopt. Dan moet u nu dus in paniek allerlei onverstandige dingen gaan roepen, die dan later weer voor nieuwe complicaties zorgen, als het eigenlijke feit naar de achtergrond is verdwenen en uw onhandige reactie zelf de steen des aanstoots wordt. Dus u roept ook iets over de spelling van uw naam, alsof er een persoonsverwisseling heeft plaatsgehad.’

‘Ja maar ik wás toen toch voorzitter van Milieudefensie?’

‘Ja, dáárom is het ook zo dom!’

Zo hebben ze het rampscenario zorgvuldig uitgestippeld. Na de doorzichtige spellingsuitvlucht het falende geheugen, en na het falende geheugen een ‘onderzoek’ om vast te stellen wat er toen ‘werkelijk’ gebeurd is.

‘Nou ja!’ gierde Zjakkeliennuh, ‘hoe verzín je het!’

‘Tja,’ zei de adviseur, ‘maar als u écht wilt dat dit een vervelende, slepende kwestie wordt, zal het toch echt zo moeten gebeuren.’

‘Oké. En wie moet dat onderzoek dan doen? Een oude wijze politicus die iedereen vertrouwt? Een historicus? Iemand van het Instituut voor Sociale Geschiedenis?’

‘Nee, dat zou verstandig zijn. Ik stel voor dat we iemand inschakelen die ook weer vragen oproept. Waar ook weer een luchtje aan zit, zodat de media dáár dan weer achteraan kunnen.’

‘De media? De Telegraaf bedoel je.’

‘Ja maar de Volkskrant en NRC volgen dat blind, let maar op. Dat zag je met Duyvendak ook, en dat zul je hier ook zien. Ze zijn veel te bang iets te missen. Dus dat is  gunstig, want dat zijn de serieuze kranten, zogenaamd, die de kwestie een schijn van betekenis geven tegenover het betere publiek. Uw achterban, zal ik maar zeggen.’

‘Oké, dus er moet een dubieus onderzoek komen, zeg je eigenlijk.’

‘Precies. Waar een oude kennis van u bij betrokken is of zo. En dan zeggen we dat het een ‘onafhankelijke partij’ is. Wat dan weer de schijn wekt van een doofpot en vriendjespolitiek. Kijk, dán heb je kans dat het een hele nare affaire wordt.’

‘Goh. Tja, nou ja, dat moet dan maar hè?’

‘Nog een suggestie, wat betreft dat onderzoek?’

‘Goh, ja, eens even denken. Nou, wacht eens, bij Ernst & Young werkt….’

Tja, dat laatste weten we nog niet, daarvoor moeten we nog even geduld hebben. Er hoeft trouwens helemaal geen oude relatie in het spel te zijn, dat E&Y door Qrahmers ministerie betaald wordt, zegt al genoeg. Of zouden er in het post-Enron tijdperk nog veel mensen zijn die geloven in de soevereine onafhankelijkheid van dit soort bureau’s? Als één begrip in het openbaar bestuur steeds meer een wassen neus wordt, dan is het ‘onderzoek’. Als Intomart voor de regering een deregulering moet evalueren doen ze dat doodleuk op basis van een onderzoek dat ze eerder deden in opdracht van de bevrijde sector, waarin natuurlijk staat dat het een doorslaand succes is. Intomart kan twee keer factureren voor dezelfde uren en de regering krijgt een reclameverhaal vermomd als wetenschap.

Kortom, Zjakkelienuh Qrahmer heeft voor zichzelf op virtuoze en trefzekere wijze het worst case scenario uitgestippeld. En wij maar denken dat de werkelijkheid de fictie overtreft.

Reacties

Laat een bericht achter