Piet Zwart-Wit

Geplaatst op februari 2, 2009 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | 2 Reacties

grijs2.jpg

Het weekblad Vrij Nederland heeft sinds een paar maanden een nieuwe hoofdredacteur, zijn naam is Frits van Exter – we begonnen ooit tegelijk als journalist bij de Haagse Post – en een van zijn eerste besluiten was het vertrek van VN-columnist Piet Grijs, ook bekend als Hugo Brandt Corstius. ‘Terrorist’ is het meest misbruikte woord van dit tijdsgewricht, maar op Grijs was het van toepassing, lang voor 11 september 2001.  Toen ik hem ooit confronteerde met een leugen die hij verspreidde, zei hij: ‘Luister eens, ik schríjf dat wel, maar ik wéét het niet.’ Toen wist ik dat hij niet helemaal goed bij zijn hoofd was.
Hij behandelde hij zichzelf door columns te schrijven, die op een bepaalde manier briljant waren, zodat uitgevers ze afdrukten. Dat was weer omdat die uitgevers en hoofdredacteuren, zoals zo veel babyboomers, leden aan een goedaardige variant van het Grijs-syndroom, een vorm van politieke zelfoverschatting: ze hadden het antwoord op alles wat er mis was in de samenleving. Dit kwam weer omdat de ouders van de babyboom-generatie meestal veel minder opleiding hadden dan hun kinderen en niet in staat waren tot een effectief weerwoord. Zeg tegen een kind vaak genoeg ‘Tja, dat zal dan wel zo zijn’ en het groeit uit tot een narcistisch monster dat geen enkele zelfrelativering kent en iedere tegenspraak opvat als een daad van agressie.
Zo kwam de samenleving in handen van een generatie die op z’n achttiende z’n bovenkamer meubileerde en nooit meer iets anders aanschafte. Hedy D’Ancona, om een voorbeeld te noemen, werd ergens in de jaren vijftig de toegang tot De Uitkijk geweigerd omdat er in de Chabrol-film die zij wilde zien één blote borst voorkwam. (De hoofdrekenaars onder u denken nu: maar dan werd D’Ancona in de jaren dertig geboren. Dat klopt, er zijn ook vooroorlogse babyboomers. Brandt Corstius is er ook een). In 1993, greep D’Ancona haar kans om de ‘betuttelende’ Filmkeuring af te schaffen. De audiovisuele media waren in die veertig jaar zoveel machtiger en invloedrijker geworden dat je de distributie van  hun die producten juist béter zou moeten reguleren, maar dat interesseerde D’ Ancona niet. Babyboomers doen in meningen, niet in feiten.

Op grond van zo’n ‘mening’ verklaarde Piet Grijs eind jaren zeventig de oorlog aan de criminoloog Wouter Buikhuisen, die onderzoek wilde doen naar de hersenen van criminelen, omdat hij vermoedde dat daar misschien een verklaring lag voor hun gedrag. Helaas hadden de babyboomers net besloten dat de oorzaak van criminaliteit sociaal-economisch van aard was. Niet dat daar bewijs voor bestond, maar zoals ik zei, dat hoefde niet, want de babyboomers kregen zelden tegenspraak. Bood iemand die wel, dan riskeerde hij karaktermoord. Karaktermoord was vrij eenvoudig in die jaren. De Tweede Wereldoorlog, waarbij de nazi’s 6 miljoen joden vernietigden, was nog niet zo lang geleden. Een associatie met de Holocaust – je noemde iemand bijvoorbeeld ‘fascist’ of ‘antisemiet’ – was genoeg om iemand in diskrediet te brengen en monddood te maken. Dit alles volgens de wetten van het schoolplein, de laatste plaats waar veel babyboomers iets nieuws leerden.
‘Buikhuisen is een fascist!’ riep  Grijs, die misschien bang was dat ze ook zijn hersens zouden gaan onderzoeken. Toen niemand, maar dan ook niemand, tussenbeide kwam, koos Buikhuisen voor zelfbehoud en verliet de wetenschap. Hij werd antiquair.

Piet Grijs was een held, maar geen echte, want naarmate de tijd vorderde werd duidelijk dat niet Buikhuisen de oplichter was, maar Grijs. Er zat geen enkele ontwikkeling in zijn denken, hij draaide maar voort aan zijn buikorgeltje. Het zwengeltje begon te piepen, de balgjes lekten, de fut ging eruit en het deuntje werd steeds voorspelbaarder en saaier. Voorspelbaar en saai, twee fatale eigenschappen voor een columnist, twee ijzeren argumenten voor een hoofdredacteur.
En nu, een paar weken na zijn ontslag bij VN, is het echec compleet. In het wetenschappelijke tijdschrift Delikt & Delinkwent publiceerde de inmiddels 76 jarige Wouter Buikhuisen onlangs een artikel waarin hij laat zien dat het onderzoek dat hij had willen doen, inmiddels in talrijke laboratoria ter wereld plaatsvindt. En dat niet alleen, de bevindingen wijzen allemaal in de richting van wat hij dertig jaar geleden vermoedde. Zelfs de verfoeide term ‘psychopathie’ (aangeboren slechtheid) is weer in omloop. Waar hersenonderzoekers nu de beschikking hebben over radar, sonar en GPS, zeilde Buikhuisen destijds bij wijze van spreken met sextant. Toch was zijn koers spot-on. Psychiaters, neurobiologen en andere medische wetenschappers reageren dan ook met veel ontzag op Buikhuisens publicatie.
Ik neem aan dat VN een opvolger voor Piet Grijs zoekt. Frits, wat dacht je van Wouter Buikhuisen?

Reacties

2 Reacties to “Piet Zwart-Wit”

  1. Martin Wolfgram on februari 8th, 2009 13:04

    Geachte heer Kuitenbrouwer,

    Betr. column Piet Zwart-Wit

    Met veel genoegen lees ik uw columns in de HP.
    Van de laatste column begrijp ik echter niet veel. Is het bedoeld als pastiche op het “terrorisme” van Piet Grijs?

    Piet Grijs was wel degelijk onder behandeling van een psychiater, een beroemde nog wel (Dantzig). Daar heeft Piet Grijs zeer leuke columns over geschreven. Zie onderstaand knipsel uit Wikipedia.

    “Andries van Dantzig (Gouda, 23 december 1920 – Amsterdam, 8 november 2005) was een Nederlands psychiater.
    Van Dantzig werd geboren te Gouda, in een sociaal-democratisch gezin. Zijn vader was joods en zijn moeder was christen. Zijn moeder was raadslid voor de SDAP en na de Tweede Wereldoorlog wethouder voor de PvdA te Gouda. Hij studeerde medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) waar hij zich ook specialiseerde in de psychiatrie. Van Dantzig promoveerde in 1972. Hij was hoofd van de psychiatrische polikliniek van de UvA. Daarnaast had hij vrijwel tot zijn dood een privé-praktijk als psychiater. Hij zou in de jaren zestig de boeken van Hugo Brandt Corstius hebben laten verkopen toen deze een consult niet had betaald. Dit kwam Van Danztig op een jarenlange vete te staan, waarin hij steevast Van Poolse Havenstad werd genoemd.”

    Na een hele serie columns, werd Piet Grijs door de rechter verboden de naam “Dantzig” te gebruiken. Die verving hij toen door “van Poolse Havenstad” en schreef er toen nog tijden over door. Dat vond ik erg geestig.

    Hoogachtend,
    M. Wolfgram
    Fahrenheitstraat 374 A
    2561 EM Den Haag

    Copy: lezersrubriek HP

  2. AJ-Raalte on februari 22nd, 2009 15:07

    @ Martin Wolfgram

    Jij vond dat misschien geestig, maar ik zou het eerder als lullig, stom en uitermate kinderachtig willen kwalificeren. Daarmee geef je dus eigenlijk precies de strekking aan van het artikel hierboven: veel babyboomers zijn nooit volwassen, verantwoordelijke mensen geworden, maar bleven/blijven over het paard getilde snotjochies en -meiden die heel wat schade aanrichten aan de maatschappij!
    En tja, ik ben dus zelf ook van die naoorlogse generatie!

Laat een bericht achter