Het Probleem Van De Oplossing

Geplaatst op februari 22, 2009 | Gearchiveerd onder Geen categorie | 1 Reactie

logoiktio.jpg

Een zoemwoord van deze tijd is ‘transparantie’. Gebrek aan doorzichtigheid wordt als een probleem gezien, op allerlei gebied. De financiën van het Koningshuis moeten ‘transparanter’, de aanbesteding van overheidsopdrachten moet ‘transparanter’, het beleid van de ECB moet ‘transparanter’, de Rabo-wielerploeg moet ‘transparanter’. Het wiki-principe is in opmars, omdat het‘transparant’ is.
Ondoorzichtigheid is pas een probleem als je ergens doorheen wilt kijken, en je wilt pas door iets heen kijken als je de zaak niet vertrouwt. Transparantie is een ander woord voor wantrouwen. De belangrijkste niet-gouvernementele organisatie voor de bestrijding van corruptie heet Transparency International.
En dan lees je: ‘Op het gebied van transparantie is in Zimbabwe nog veel werk te verzetten.’
Je kunt het woord ‘transparantie’ vervangen door ‘corruptie’ zonder dat de zin verandert. De kiezer praat over corruptie, de politiek praat over transparantie. Dokters doen dat ook: ‘Ik moet nog even langs die drievoudige bypass op zeven.’ De remedie heeft de plaats ingenomen van de kwaal.
In politiek taalgebruik kom je het vaker tegen. Het begint met een probleem. De kiezer zit ergens mee en zou graag zien dat de politiek dat oplost.  De ongelijke verhoudingen tussen man en vrouw, ik noem maar iets. Vrouwen willen dezelfde rechten als mannen. Dat heet ‘emancipatie’. Politici gaan voor ‘emancipatie’ zorgen. Ze bedenken ‘emancipatiebeleid’, maatregelen ter bevordering van de gelijkheid der seksen. Dat valt nog niet mee, de ene politicus wil dit, de andere politicus wil dat, en de vrouwen zelf zijn ook niet eensgezind over de beste aanpak. Zo ontstaat ‘het probleem van de emancipatie’, de ‘emancipatieproblematiek.’ Terwijl emancipatie de oplossing was, het probleem was de ongelijkheid der seksen.
Twee landen voeren oorlog, de internationale gemeenschap probeert er een einde aan te maken, zodat er weer vrede komt. Het lukt niet, de oorlog gaat door, maar vanaf dat moment heet hij ‘vredesproces.’ Zo wordt vredesproces een eufemisme voor oorlog.
Met de integratie zie je hetzelfde. Politici praten over ‘het integratieprobleem.’ Terwijl integratie de oplossing was. Segregatie – dát was het probleem.
– Zeg, politicus, ga je nog wat doen aan die k*tjochies?
– Jazeker, we werken aan een integratienota.
– Ik heb het niet over integratie, ik heb het over k*tjochies.
– Ja nee, dat is hetzelfde.

De Amerikaanse politieke consultant Frank Luntz legt in zijn boek Words That Work uit dat politici met zulk taalgebruik kiezers verspelen. Als een politicus spreekt in termen van beleid, ‘dan is de weerzin bij het publiek opvallend hoog, schrijft Luntz, ‘heb je het over de uitkomst van dat programma, dan is de reactie veel positiever.’ 42% van de Amerikanen vindt dat er teveel geld wordt uitgegeven aan Welfare, 23% vindt het juist te weinig. Vraag je mensen daarentegen of de Amerikaanse overheid te weinig geld uitgeeft aan ‘armoedebestrijding’ dan zegt 68% ja en 7% nee. 51% van het publiek is bereid extra belasting te betalen voor ‘meer wetshandhaving’, vervang die term door ‘bestrijding van de toenemende misdaad’ en de score schiet omhoog naar 68%. Luntz merkt fijntjes op dat de geschiedenis van de VS slechts drie presidenten kent (Harding, Kennedy en Obama) die voor die tijd lid van het Congres waren, alle andere bekleedden bestuursfuncties. Legislators spreken over beleid, executives spreken over doelen. De kiezer vraagt om een oplossing van het probleem, de politiek is bezig met het probleem van de oplossing.

Reacties

Eén reacties to “Het Probleem Van De Oplossing”

  1. Rob on maart 2nd, 2009 18:49

    Ha Jan,

    Het einde van je drempel-serietje in De Gids was voor mij een anticlimax. Niet dat ik per se nog iets heldhaftigs had verwacht, dat zou immers op levensmoeheid wijzen in dit geval, maar dit einde is wel erg onbevredigend voor een lezer met een gezond rechtvaardigheidsgevoel als ik. Het is ook zo doorzichtig dat die kolereleiers aangifte hebben gedaan om jou voor te zijn! Als je schade hebt opgelopen en je hebt zelf niets misdaan, je hebt een hele rits zogenaamde getuigen die voor jou willen liegen, dan ga je toch niet marchanderen met je aangifte? Dat zo’n politieman zich hiervoor zou laten gebruiken . . . eigenlijk betwijfel ik of het wel de politie was die jou die avond belde. Misschien was het wel een van de leden van dit racket.

    Hoop je weer eens tegen te komen! Groet, ook aan Hetty, Rob Huibers

Laat een bericht achter