No, we can’t!
Geplaatst op februari 23, 2009 | Gearchiveerd onder Geen categorie | 1 Reactie
Uitgeput legde ik De Prooi terzijde. Wat een boek.
447 pagina’s over opkomst en ondergang van ABN Amro. Jeroen Smit is het soort auteur die niet schrijft dat hij bij tegenstrijdige bronnen voor ‘de meest waarschijnlijke waarheid’ heeft gekozen maar ‘voor de meest waarschijnlijke waarheid in het context van het geheel’, ruis waarzonder het boek vijftig pagina’s dunner zou zijn geweest (of de letter wat groter!). Maar een indrukwekkende prestatie blijft het. Er gaat, in de gedenkwaardige woorden van Wim Kan, een wereld van onbegrip voor je open. Het is alsof ABN-Amro, ooit de onverstoorbaarheid zelve, in de jaren negentig een virus oploopt dat alles aantast: er is geen visie of strategie (universal bank? global retail bank? wholesale bank? asset gathering?), de tegenstander wordt onderschat (ING: de ‘wittensokkenbrigade’), eigen capaciteiten worden overschat, er is inzicht in noch greep op de kosten, de topman maakt vooral vijanden en de commissarissen slapen. Er zit altijd een wijsheid-achteraf-effect in zulke reconstructies, maar ook als je dat in mindering brengt resteert een verbijsterende hoeveelheid – tja, hoe moet je het eigenlijk noemen? Incompetentie? Domheid?
De schaarse keren dat ik De Prooi opzij legde en de actualiteit tot me liet doordringen was het alsof de wereld in één groot ABN-Amro was veranderd. Hoogbetaalde bestuurders laten op klaarlichte dag de kas van PCM leegroven, zorgmoloch Philadelphia gaat op avontuur in de wereld van het onroerend goed – kasteeltje hier, leegstaand kloostertje daar – verlies: 23 miljoen, de Noord-Zuidlijn bereikt zijn eerste miljard overschrijding en komt nóg later. Is de wereld overgenomen door charlatans?
De overeenkomsten tussen het verhaal van de bank en het dagbladbedrijf zijn frappant, twee marktleiders, krachten gebundeld, geen kostenbewustzijn, geen strategie, geen visie, het bestuur verdeeld en ten prooi aan de waan van de dag. En zoals het trotse, Hollandse ABN-Amro uiteindelijk werd ingelijfd door het Belgische opneukertje Fortis, lijkt ook het vlaggenschip van de Nederlandstalige pers in Vlaamse handen te vallen.
En buiten de grenzen gaat het al niet veel beter. Amerika investeert mensenlevens en miljarden in een onwinbare oorlog, honderd jaar oude wereldconcerns tuimelen ineen als kaartenhuizen, een heel land blaast zichzelf financieel op.
Yes, we can! roepen we massaal in navolging van Barack Obama, maar hoezo eigenlijk? We kunnen het helemaal niet! Is er de laatste jaren in de Westerse wereld eigenlijk iets wél gelukt?
Yes, we can! – dat is nu net wat er mís ging bij ABN. Niet de angst om te ondernemen, om te durven dromen, om naar de sterren te reiken, zoals het in de retoriek van de self-esteem heet, maar juist de dwang om dat wel te doen. Om te bluffen. Yes, we can! De enige ABN-bestuurder die het al die jaren uithield naast Rijkman Groenink was Wilco Jiskoot. Keer op keer wist hij te overleven, niet door een normale winst te maken, maar door een abnormale winst te beloven.
Het rolmodel voor Rijkman Groenink en de zijnen was Fred –The Shred– Goodwin, die een onbeduidend Schots bankje door een reeks stoutmoedige overnames wist uit te bouwen tot global player en onlangs door The Guardian werd aangewezen als één van de 25 mensen aan de basis van de kredietcrisis. Newsweek vereerde hem met de titel Worlds Worst Banker.
Aye, we can!
Het opvallendste verschil tussen de periode Kalff en zijn opvolger Groenink, die de bank ten gronde richt, is /nederigheid/. Of noem het /bescheidenheid/. Als hooggeplaatsten hun secretaresse aanwijzen als degene die werkelijk de macht heeft moet je op je hoede zijn, en toch is het meer dan theater, zoals Smit die oude, hoffelijke, patriarchale ABN-cultuur beschrijft. Kalff beschouwde het als een eer en een voorrecht om leiding te geven aan een bank met een eeuwenoude geschiedenis, zag geen noodzaak tot ambitieuze hervormingen en, opmerkelijker, achtte zichzelf daartoe ook niet in staat. Hij kende zijn beperkingen. Is dat wellicht de gemene deler van al die grandioze fiasco’s die ons omringen?
Waren figuren als Frank Kohler en Geert Dales, die de Noord-Zuidlijn aanvingen, Theo Bouwman en Theo Strengers, die PCM verkwanselden, en Rijkman Groenink, die ABN Amro verspeelde, gewoon een maatje te klein voor hun taak? Of was hun taak een maatje te groot?
En de toezichthouders? Bij ABN was het Aarnout Loudon, net zo’n wijze, gelouterde bestuurder als Ernst Hirsh Ballin, toezichthouder bij Philadelphia, of Job Cohen, die de stad Amsterdam voor rampen moet behoeden. Waarom zeiden ze geen nee? Hadden ze als voorzichtige, bescheiden bestuurders zelf te weinig ‘neergezet’ en moesten hun protegés ook hun palmares nog wat oppoetsen?
Het is mooi dat Barack Obama president van de VS is geworden, maar laat hij alsjeblieft ophouden met dat Yes we can! Alles wijst namelijk op het tegendeel.
Reacties
Eén reacties to “No, we can’t!”
Laat een bericht achter
ik ben op zoek naar het mail adres van Jan Kuitenbrouwer, om publicatietoestemming te vragen; de contact module om deze website werkt niet.
hartelijk dank
jan