Zon – hemel – aarde

Geplaatst op augustus 30, 2010 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer

DOOR FRITS BIENFAIT

Wie in een verklarend woordenboek kijkt bij de termen ‘links’ en ‘rechts’, vindt daar allerlei betekenissen die niets te maken hebben met een plaatsbepaling. Bij links veel kleurrijks, zoals onhandig, schuins, bedrieglijk, en bij ‘link’, waar het van is afgeleid, begrippen als gevaarlijk en riskant: linke soep.  Bij recht(s) een paar keurige uitdrukkingen als ‘recht geraken: in een ordelijke toestand komen’ en termen die met het juridische recht te maken hebben. De rechtse betekenissen weerspiegelen rust en orde, die van links onrust en tegendraadsheid.

De taal verraadt hiermee een oeroude traditie, in culturen over de hele wereld, om belangrijke sociale en religieuze zaken en begrippen in een tweedeling te ordenen. De priester neemt het heilige in zijn rechterhand, en verwerpt het kwade met zijn linker. Steeds staat rechts voor de uitbeelding of verwijzing naar mannelijk, kracht, degelijk, in orde, veilig, en links voor vrouwelijk, zwak, tegendraads, wanordelijk, riskant. Die traditie heeft zich niet alleen in de taal gehandhaafd: het kind leert het ‘goede handje’ te geven.

Het politieke links en rechts is ontstaan in de Franse Staten-Generaal van 1789. Zij die vernieuwing nastreefden verzamelden zich steeds meer links van de voorzitter, en degenen die zich tegen essentiële verandering verzetten, rechts. Sindsdien heeft de links-rechts tweedeling zich verspreid over parlementen van continentaal Europa en daarbuiten. Wat in Frankrijk en daarna elders gebeurde, was niet anders dan dat de oude sociaal-religieuze ordening van belangrijke begrippen, die we in taal en traditie in ons meedroegen, eenvoudig werd uitgebreid tot de politieke ideeënwereld.

Elk begrip of woord is in ons hoofd met andere verbonden via associaties. Sommige associaties verlopen bij vrijwel iedereen hetzelfde, zoals bij ‘Beethoven’ met ‘muziek’. Bij cellisten wordt ook ‘cellosonate’ geactiveerd, terwijl bij anderen ‘Concertgebouw’ kan gaan meetrillen, of ‘blokfluit’; het laatste misschien veroorzaakt door akelige muzieklessen op school.

Zo verbindt rechts zich via noties als zekerheid, orde, hiërarchie, in politieke zin met dat wat past en overleeft in de bestaande wereld. ‘De wereld is zoals hij is. Wil je overleven, pas je dan aan.’ Links verbindt zich met noties die ingaan tegen de rechtse aanvaarding van hoe het nu eenmaal is. Er komt dan ruimte voor het idee dat de mens de maatschappelijke werkelijkheid kan veranderen (de ‘maakbaarheid’), en voor de hoop, dat het overal heersende onrecht kan plaatsmaken voor Gerechtigheid. ‘Niet wij moeten ons aanpassen, de wereld zal zich moeten aanpassen, aan onze ideeën, onze Idealen!’ Een voorkeur voor een linkse dan wel een rechtse maatschappijvisie is een emotionele.  De ratio mag achteraf, zoals gewoonlijk, de argumenten leveren.

Wie zich links voelt, zal misschien weinig gecharmeerd zijn van de ongunstige associaties die met de aloude inhoud van de links-rechts ordening meekwamen.

Welnu, rechtshandigen hebben de neiging om begrippen als gelukkig, mooi, gunstig, rechts van zich te zien, linkshandigen zien ze juist links (Casasanto). Bedenkt men vervolgens dat de meeste mensen, erfelijk bepaald, rechtshandig zijn, dan wordt begrijpelijk dat de rechtse manier van ordenen de standaard is geworden.

Van die oude ordening kunnen wij nog wat leren. Sommige begrippen hebben in de meeste culturen een vaste positie, zoals kracht en mannelijk, die vrijwel altijd als rechts worden gezien, waartegenover links met zwakte en vrouwelijk. In een Aziatische cultuur ordent men de zon, die de hemel en de wolken bestraalt, derhalve als mannelijk en rechts, en de hemel met de wolken links. Maar de wolken, die de aarde beregenen en bevruchten, kan men ook ervaren als mannelijk en rechts, ten opzichte van een vrouwelijke en linkse aarde. De plaatsbepaling van de hemel met de wolken hangt af van hoe men de zaak wil zien, of gevoelsmatig ervaart.

In het politieke is het niet anders. Hoe wij deze wereld ervaren hangt af van de toestand van zowel de wereld als van onszelf, en aangezien beide niet onveranderlijk zijn, kan ook ons gevoel variëren voor wat als links dan wel als rechts te beschouwen is. Maar voor de trotse erfgenamen van de Verlichting, die op school hebben geleerd te denken in vaststaande en eenduidige definities, is het onwennig met een dergelijk schijnbaar zwevend systeem van categorisering om te gaan. De cerebrale logica mag afwezig lijken – vandaar dat zo vaak wordt beweerd dat het hele politieke links-rechts verouderd of irrelevant is. Het gaat erom, de veel belangrijker emotionele logica erin te ontdekken, die wel degelijk coherent is.

Zo streeft de Socialistische Partij naar behoud van 65 jaar als AOW-gerechtigde leeftijd.  Wie ‘behoudend’ ziet als het belangrijkste kenmerk van rechts, kan de SP rechts vinden. De SP zelf zegt echter dat solidariteit met de zwakkeren niet moet worden aangetast en acht zichzelf dus onveranderd links. Een klassiek geval was de Sovjet-Unie. Die had als doel het vestigen van het Socialisme, het mooie alternatief voor het westers monopoliekapitalisme. Zag men toen, met de communisten, de Sovjet-Unie als op weg naar de realisering van dat ideaal, dan percipiëerde men het systeem als links. Wie echter keek naar wat er in de dagelijkse werkelijkheid gebeurde, zag een dictatuur in de vaste hand van zelfbenoemde heersers: karakteristiek voor (extreem) rechts.  Links waren, voor ons, juist de ‘dissidenten’ zoals Jelena Bonner.

Ook kan in de loop van de tijd een links ideaal verbleken en als rechts opnieuw te voorschijn komen. Zo waren in de optimistische negentiende eeuw wetenschap en techniek favoriet bij links, omdat ze ons zouden helpen op weg naar een betere maatschappij. Helaas zijn ze die ereplaats geleidelijk kwijtgeraakt: wetenschap en techniek zijn verantwoordelijk voor de atoombom en hebben allianties gesloten met het grote bedrijfsleven, bondgenoot van de heersende machten. Rechts dus.

Nu toont Jan Kuitenbrouwer een verbluffend aantal gevallen van huidige links-rechts verwarring. Hetzelfde was te zien in Duitsland na het verlies van de eerste wereldoorlog, toen grote onzekerheid heerste over de financiële en maatschappelijke orde: ‘De wereld is niet zoals hij is‘. Daarmee was rechts zijn ijkpunt kwijt, en links de orde die het kon veranderen. Men vergelijke met onze situatie sinds 2008: wat is straks nog mijn geld, mijn pensioen, mijn land? Met hulp van ‘zon-hemel-aarde’ kan men echter proberen om Kuitenbrouwers raadsels op te lossen, zoals hierboven met SP en Sovjet-Unie, en dan blijkt de verwarring wel mee te vallen.  Onze problemen zijn ook wat kleiner dan die van de Duitsers indertijd.

De links-rechts tweedeling moge dan een belangrijke factor in de politiek blijken, toch

zijn niet alle politieke ideeën en wensen er per se in onder te brengen. Zo zijn al onze politieke partijen voor het onderhoud van de dijken, straatverlichting en een functionerend justitieel apparaat. (Bij dat laatste steekt de tegenstelling toch de kop weer op: wat is gerechtigheid?) Het program van Wilders bevat linkse en rechtse elementen; mij lijkt hier echter iets van een heel andere orde te spelen, misschien vrees voor identiteitsverlies: ‘Nederland moet Nederlandser worden’ (met Wilders als redder van de natie).

Er zijn ook politieke visies als christendemocratie en liberalisme, die zich aan de links-rechts tweedeling (proberen te) onttrekken. Maar allebei hebben ze linkse en rechtse varianten: kennelijk heeft de oeroude polariteit een onweerstaanbare aantrekkingskracht.

Hoe kan het ook anders? Van jongs af aan krijgen wij ‘links’ en ‘rechts’ met de paplepel ingegeven, en wij droegen en dragen ze automatisch over op de politieke ideeënwereld.  Mochten ze in ons parlement ooit verboden worden (zoals in Frankrijk, 1794), bij het opheffen van die maatregel zullen ze meteen weer de kop opsteken (Frankrijk, 1815). Zolang wij onze taal mogen spreken en elkaar de rechterhand geven, zal er ook in de politiek een links zijn en een rechts – het zit in onze genen.

Frits Bienfait.

Zie verder:

Daniel Casasanto (2009) Embodiment of Abstract Concepts: Good and Bad in Right- and             Left-Handers.

Frits Bienfait (2010) Is Links beter dan Rechts? Uitgeverij IJzer, Utrecht.

Reacties

Laat een bericht achter