Roekeloze Retoriek
Geplaatst op januari 10, 2011 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | 1 Reactie
De Amerikaanse commentator Glenn Beck, idool van Tea Party-aanhangers, white supremacists, born again christians, en wat zich verder nog ophoudt in de meest oostelijke vijf graden van het Amerikaanse politieke spectrum, is tegen verplichte griepvaccinaties. En als de autoriteiten aan zijn deur kwamen omdat hij weigert zijn kinderen zo’n inenting te geven, sprak hij onlangs op de radio, zou hij ze ‘kennis laten maken met meneer Smith en meneer Wesson.’ Het is maar een van de vele voorbeelden die te geven zijn van Becks bloeddorstige taalgebruik. Hij noemt Obama gewoonlijk een ‘nazi’, of vergelijkt hem met Al Capone. If you’re going to get into a fight with these guys, you better be able to battle all the way to the end. Hij zinspeelt voortdurend op het moment waarop de ‘strijd’, de ‘veldslag’, de ‘oorlog’ die hij voert, niet langer alleen met woorden gevoerd zal worden. It’s going to get tougher for us now… Are you willing to sacrifice – not your life – I mean, maybe it comes down to that. Beck is niet de enige deelnemer aan het ‘politieke debat’ in de VS die, al dan niet omfloerst, oproept tot geweld. Sara Palin, die haar vertrouwdheid met vuurwapens graag etaleert, geeft op oa. Facebook een ‘hitlist’ van politieke tegenstanders die zij wil ‘uitschakelen’ en de staten die zij wil veroveren, gemarkeerd met een vizierkruis.
“We’re going to fire them and send them back to the private sector (…) We’ll aim for these races and many others. This is just the first salvo in a fight to…’’ etc. Toen die web-pagina klaar was twiterde ze: “Commonsense Conservatives & lovers of America: Don’t Retreat, Instead – RELOAD! Pls see my Facebook page.”
In juli jl. ondernam een zwaar bewapende man genaamd Byron Williams een aanslag op de Tides Foundation, een progressieve denktank in San Francisco, twee alerte politieagenten wisten hem nog net tegen te houden en raakten gewond.
In interviews liet Williams weten te zijn geïnspireerd door Glenn Beck.
Dat het mogelijk is met behulp van propaganda gewone mensen in moordenaars te veranderen, bleek nog niet zo lang geleden in Rwanda, waar het Hutu radiostation RTML een grondig gedocumenteerde sleutelrol speelde bij de genocide van 1994. Nergens was de rechts-conservatieve agitatie tegen Kennedy zo haatdragend als in Dallas, Texas. Op de ochtend van zijn fatale bezoek verscheen in alle kranten een paginagrote advertentie, voorzien van zwarte rouwrand, een kwasi mugshot van Kennedy en de tekst ‘Wanted for treason.’ De politieke hyperbool is voor Amerika geen nieuw verschijnsel.
Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, was doordrenkt van haattaal maar (daardoor?) immuun voor die van anderen. Van Gogh’s ‘geiteneuker’ kon hem eigenlijk niets schelen, verklaarde hij, zijn motieven zaten dieper.
Er is de laatste tijd veel aandacht voor de schrille retoriek van rechts, hier voor de woorden van Wilders, dáár voor de psychotische kretologie van Fox News en de Tea Party, maar laten we niet vergeten dat links er ook wat van kan.
Het mag bizar en uitzinnig lijken om Obama een ‘nazi’ te noemen, maar dan vooral vanwege de onwennige omkering, om rechts in verband te brengen met het Derde Rijk is in Nederland de normaalste zaak van de wereld. Pim Fortuyns woede daarover was het begin van het debat over ‘demonisering’, en toen de woorden gevolgd werd door een taart en de taart door een kogel, haalde links geschrokken de bezem door zijn vocabulaire. Volkert van der G. werd weliswaar nooit direct opgeroepen tot zijn daad, maar wel was er sprake van een ‘een klimaat waarin’, et cetera. Inmiddels is het taboe op de gaskamerinsinuatie trouwens alweer gezakt, tegen Wilders wordt hij de laatste tijd geregeld in stelling gebracht.
Maar dat is nog geen oproep tot geweld. Wilders zelf ging wel ooit zo ver, toen hij opperde allochtone straatjeugd zonodig ‘door de knieën te schieten.’ Net als zijn Amerikaanse geestverwanten is Wilders dol op de krijgsmetafoor: die straatjongens zijn ‘straatterroristen’, ‘de islam is het Paard van Troje’. Maar: ‘wij capituleren nooit!’
Of de aanslag afgelopen zaterdag in Tucson Arizona op Gabrielle Giffords (D) en haar constituents, politiek gemotiveerd was, zal moeten blijken, maar dat er in de VS onmiddellijk een debat losbarstte over de gevaren van haattaal en geweldsretoriek, is niet voor niets. Het lijkt erop dat radicaal-rechts bewust de ‘retorische pijngrens’ opzoekt, zoals taalkundige Jaap de Jong het noemt, om zijn voordeel te doen met Amerika’s overprikkelde vuurwapenlibido, verankerd in het nationale DNA. In een groot land met veel eenzame gekken en vrij verkrijgbaar wapentuig, is dat spelen met vuur.
Maar ook de media spelen een rol, vooral het internet. Internet kent geen captive audience, elke lezer moet elke dag weer opnieuw worden gelokt. Wie in dat oneindige universum opgemerkt wil worden moet met grof geschut aankomen. Real life-taal gaat ten onder in het tumult, maar het full metal vocabulaire van cyberspace komt in real life keihard aan.
‘Why is Julian Assange still alive?’ tikt een van de achtenzeventig miljoen bloggers als hij even niets beters weet. Een uur later staat het op ‘echte’ nieuwssites, een halve dag later in de krant en de dag daarop is het de kijkersvraag bij Fox. En ís het wel een vraag?
Zo ontstaat een race to the bottom.
In Nederland zie je het ook. Geen Stijl verzint ‘huilie-huilie’, Geert Wilders gebruikt het in de Kamer, de rest haakt in en, zoals iemand opmerkte bij het debat over de regeringsverklaring, de politiek ‘geenstijliseert’.
En niet alleen de politiek. Begin vorig jaar las ik een interview in NRC-Handelsblad met Bastiaan Bommeljé, die het selecte literaire periodiek Hollands Maandblad overeind probeert te houden. ‘’Wanneer ik Hollands Maandblad zou moeten typeren: de wezenskern ligt bij het argumentatieve en kritisch-rationalistische wereldbeeld,’’ sprak hij voornaam. ‘’Sinds de oprichting door Poll bestaat onze leidraad uit nieuwsgierigheid en is ons enige wapen het vraagteken. Dit blad is geïnteresseerd in het ontwarren van ideeën en belangen, terwijl het zich verzet tegen de afkalving van het argumentatieve als creatieve kracht.’’ Afgelopen zaterdag drukte NRC-Handelsblad een opiniestuk van Bommeljé af tegen de kunstbezuinigingen. Staatssecretaris Zijlstra is volgen Bommeljé ‘een mietje met knikkende knieën’, die bezuinigt ‘zonder hersens, zonder ruggengraat en zonder ballen.’ 2010, het jaar waarin ook Bastiaan Bommeljé het vraagteken verruilde voor het uitroepteken. Over ‘afkalving van het argumentatieve’ gesproken.
Psychopaten als Glenn Beck (of een ontremde brulaap als Prem Radakishun), hebben op de hypercompetetieve mediamarkt van vandaag hun waarde en wat hun woorden uitlokken, tja, laten we eerlijk zijn, ook dát is weer goed voor de bereikcijfers. Zolang die simpele wet van kracht is, zal de verbale bewapeningswedloop nog wel even aanhouden. En dan, op een dag, klinkt de roep om regulering of censuur. En weet je zeker wat de reactie van de boze lawaaimakers zal zijn: ‘Zie je nu wel!?’
Reacties
Eén reacties to “Roekeloze Retoriek”
Laat een bericht achter
Volgens Blok waren dat verkeerde keuzes omdat Wilders zich zelf niet aan de democratische regels houdt en zijn critici monddood wil maken. Je kunt volgens haar prima een voorstander zijn van godsdienstvrijheid en stelling nemen tegen discriminerende taal en maatregelen maar tegelijkertijd ook pal staan voor andere principes als de gelijkberechtiging van man en vrouw de vrijheid van expressie of de vrijheid van geloofsafval. Er moet voorzover daar behoefte aan bestaat over iedere opvatting en religie in alle vrijheid een open debat mogelijk zijn.