Simsalabim! De aalscholver en de spiegel.
Geplaatst op november 23, 2012 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer
Een voortreffelijke reconstructie van de formatieonderhandelingen in de krant van afgelopen zaterdag. Wij kennen nu het wat van de geschiedenis, de sequentie, de groepsdynamica en de argumentatie, maar de diepere vraag, naar het waarom, daar is nog geen antwoord op.
Ik vraag aandacht voor een factor die ik buiten-de-boxfetisjisme zou willen noemen. Buiten-de-boxfetisjisme is een kwaal van deze tijd en ik vermoed dat ook deze formateurs er last van hadden toen zij hun ‘constellatie’ ontwierpen, een woord Samsom liever gebruikt dan het afgezaagde binnendeboxe ‘coalitie’.
Op televisie adverteert sinds kort een nieuwe bank, genaamd Knab. Dit spotje is een perfect voorbeeld van buiten-de-boxfetisjisme. Er wordt een nieuw gebouwd schip ten door gehouden. Niet door een fles champagne aan een touw tegen de boeg te laten vallen, nee, het schip valt tegen de fles champagne aan. Knab, aldus de voice over, is de bank waar men voortdurend de vraag stelt: waarom kan het niet anders? Ja, inderdaad, je kunt toch ook het schiptegen de campagne gooien, in plaats van omgekeerd? Ja, technisch gesproken zou dat moeten kunnen, maar eh, misschien dom van me hoor, maar toch even die vraag: WAAROM! ZOU! JE! DAT! DOEN?
Bij Knab denken ze dat wij op een bank zitten te wachten die zegt: ‘U wilt nu wel dat wij uw spaargeld veilig beleggen, maar laten we eens proberen wat meer buiten de box te denken. Je kunt er ook een vuurtje van stoken! Papier maché!’
Bij Knab komt het ook regelmatig voor dat er iemand met een kopieerapparaat naar een A4-tje loopt, in plaats van andersom. Knab-directeuren rijden zelf, met op de achterbank een chauffeur. ‘Hallo, wij zijn Knab, een bank die dus echt héél gekke dingen doet. Kom bij ons langs, dan gaan wij op datzelfde moment bij u langs. Bestel bij ons aandelen, en u krijgt obligaties. Wij zijn Knab, bij ons is iedereen niet goed wijs. Maar niet goed wijs, dat ís dus eigenlijk juist wél goed wijs. Althans, bij Knab.’
Natuurlijk kan het nuttig zijn om de zaken eens van de andere kant te bekijken, dat managementgoeroes als Edward de Bono en Mike Vance dertig jaar geleden furore maakte met dat soort filosofieën illustreert vooral hoe moderne organisaties een voedingsbodem zijn voor groupthink, tunnelvisie en vakidiotie. Maar voor je ‘t weet wordt zo’n middel voor een doel aangezien en krijg je fetisjisme: het idee dat een oplossing alleen maar goed kán zijn als hij van buiten de box afkomstig is. Het Knab-denken: al moeten we er een compleet schip voor in de takels hangen, maar wij gáán dit anders doen.
Dat dit virus goed gedijt in ‘politiek den Haag’, is logisch. De technologische en economische vernieuwingen razen voorbij, haast niets is meer zoals een halve eeuw geleden, behalve rond het Binnenhof. Hoe lang wordt daar nu al niet gesnakt naar vernieuwing? En het lúkt maar niet! (Zelfs het volmaakt bespottelijke gebruik om voor een overcomplete collega een heel nieuw ministerie in te richten, werd maar weer eens geprolongeerd. Bewindspersoon: Stef Blok, wiens even ferme als talrijke uitspraken dat een kleinere overheid een betere overheid is, dus maar een grapje waren.)
Hoe wij op dat soort situaties reageren, liet Nederlandse gedragsbioloog Kortlandt liet het zien in een klassiek geworden experiment. Hij zette een aalscholver voor een spiegel. De aalscholver ontwaart een indringer en valt hem aan, maar de indringer doet hetzelfde. De aalscholver deinst terug, maar de indringer ook. Dus valt de aalscholver opnieuw aan, net als zijn tegenstander. Er ontstaat een deadlock, dus wat doet de aalscholver? Hij gaat slapen. Hij schakelt over op een totaal ander gedragssysteem. ‘Overspronggedrag’ noemde Kortlandt het.
De laatste tijd zie je het vaak in de politiek. De vakbeweging is in crisis, Han Noten en Herman Wijffels roepen de leiders bijeen in een hotel in Dalfsen waar ze elkaars eten moeten opscheppen. Het lukt, althans, men spreekt van Het Wonder van Dalfsen, die crisis duurt intussen voort. Eerder zette Wijffels al een magisch meubelstuk in om een formatie rond te krijgen, een witte ovale tafel, die overal met hem meeging. Daar kwam Balkenende IV uit voort, een van slechtste kabinetten ever. Toen kwam de ‘gedoogcoalitie’, een innovatie gebaseerd op tolereren waar je tegen bent (gedogen) en bevorderen waar je voor bent (steunen), kortom een oxymoron. Zéér buiten de box, tevens een debacle.
De redding kwam van het Kunduz-akkoord. De boel zat hopeloos vast, maar toen ging Jan-Kees de Jager door de gangen rennen, werd er links en rechts ‘over schaduwen heen gesprongen’ en zie: een wonder. Euforie! In luttele weken gevolgd door een enorme kater.
En nu is er dan Rutte-Asscher, tot stand gekomen volgens een geheel nieuwe, veel snellere bereidingswijze. Het zogenaamde ‘uitruilen’, met behulp van gelamineerde tarotkaarten. Een snel-klaar-kabinet. Helaas wel met klontjes.
Misschien ligt de sleutel die wij zoeken inderdaad buiten de box, maar niet alles buiten de box is een sleutel.
Reacties
Laat een bericht achter