De NOS is op drift

Geplaatst op november 29, 2012 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, NRC Next, The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer

Brussel-correspondent van de NOS, Chris Ostendorf, maakte vorige week voor het Journaal een bijdrage over de op handen zijnde begrotingstop in Brussel. Inzet van de Europese Commissie was een stevige verhoging van de EU-begroting, inzet van Nederland was om dat tegen te houden. Ostendorfs reportage leek wel een campagnespot in opdracht van de voorstanders. Realiseerden wij ons bijvoorbeeld wel dat het hier ging om niet meer dan 70 eurocent per Europeaan per dag? ‘Een half kop koffie in het café!’ Ostendorf was misschien in de war met het prijspeil van gesubsidieerde EU-kantines. (En als je in de Week van de Armoede íets kunt leren, dan is het dat €3,50 per week heel veel geld kan zijn). Ook was Chris naar Rotterdam gereisd om te praten met de ‘hardwerkende Nederlander’. De figurant die voor deze rol was ingehuurd vertoonde een verbluffende gelijkenis met Bernhard Wientjes. Want al die miljarden, al dat koffiegeld, ging niet naar ‘Brussel’, hamerde Ostendorf, maar naar de infrastructuur, levensvoorwaarde voor economische groei. Ostendorf’s epos eindigde in Babberich, bij de Duitse grens, waar het snelle hightech spoor van onze Betuweroute jammerlijk doodloopt in een traag, prehistorisch vrachtlijntje. Het Slop van Babberich, een tragisch testament van wat er gebeurt als Brussel te weinig geld krijgt: stagnatie, banenverlies, misère! De voor de hand liggende vraag waarom Brussel voor de lidstaten austerity predikt en voor zichzelf het omgekeerde, kwam niet aan de orde.

Dat Ostendorf hier een scheve schaats reed bleef niet onopgemerkt, Twitter explodeerde welhaast van de boze reacties.

Voor de trouwe kijker zal het geen verrassing geweest zijn. De manier waarop Ostendorf  minister van financiën Dijsselbloem bij diens eerste bezoek aan Brussel aan de tand voelde was dermate vooringenomen dat het haast weer komisch werd. Dead pan Dijsselbloem trok een wenkbrauw op en je zag hem denken: whoa, is deze gast for real?

Het beleid  van de NOS vertoont twee trends: doorgeschoten verleuking en beroepsethische erosie. Mijn persoonlijke favoriet in categorie 1 is de virtuele ezel-olifant-kermisrenbaan waarmee Astrid Kerseboom de ontknoping van de Amerikaanse verkiezingen aanschouwelijk maakte, alsof het een speciale uitzending van Klokhuis of Sesam Straat was. Alsof het handjevol geïnteresseerden dat opblijft voor de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen op dat soort ongein zit te wachten. Een soortgelijke miskleun: het vakantiekiekjes-onderdeel in het grote NOS Verkiezingsdebat. Bas Heijne noemde afgelopen zaterdag ook nog een voorbeeld: de manier waarop een Journaal-item over de zaak Petraeus was gelardeerd met flitsen uit de laatste James Bond. Alsof die dingen by any stretch of the imagination iets met elkaar te maken hebben. Het vermengen van serieuze journalistiek met massavertier is als het mixen van wijn en bier: je bederft beide.

In de tweede categorie vinden wij Den Haag-correspondente Dominique van der Heyde, die haar persoonlijke politieke opinies sinds kort ventileert via een column in Spits!, zodat wij nu elke keer als zij iemand van Groen Links interviewt, moeten verdisconteren dat zij die partij diep veracht. Als zij tegenstanders van draconisch bezuinigen ondervraagt moeten we in het achterhoofd houden dat zij daar dan weer erg vóór is. En als zij voor de NOS-camera verklaart dat een plan ‘de prullenbak in moet’  heeft ze waarschijnlijk even een hoedanigheidsblack-outje.

Ferry Mingele leidde het eerste verkiezingsdebat van de NOS in met een (flauwe) grap ten koste van Jolande Sap. In de VS, waar zulke debatten serieus worden genomen, zou hij geschorst of ontslagen zijn. Of neem politiek verslaggeefster Nienke de Zoeten, die Mark Rutte aanspreekt als ‘de liegende, pardon, de lachende premier’. En dan is er dus Chris Ostendorf, die onversneden EU-propaganda afscheidt zonder dat er wordt ingegrepen.

Wat deze trends verbindt is journalistiek populisme. De term die de NOS-leiding in dit verband graag hanteert is dat het ‘dichterbij’ moet, vermoedelijk een eufemisme voor triviaal en/of onbenullig. Ook de makers moeten ‘dichterbij’ komen, en zo wordt de kat van de feiten op het spek van de opinie gebonden.

In een discussie op twitter verweet de hoofdredacteur van de NOS Bas Heijne dat hij een hele rubriek desavoueerde op basis van één onderwerp. Zoiets moet je natuurlijk alleen zeggen als er ook maar één voorbeeld ís.

Diverse boze NOS-ers vielen hun chef bij, waarna de jij-bak niet lang kon uitblijven. U raadt het: de Friso-affaire bij NRC. Maar als de NOS een fractie van de zelfreflectie kon opbrengen die deze krant toen aan de dag legde, zou er al veel gewonnen zijn.

Reacties

Laat een bericht achter