‘Lessen voor de toekomst’

Geplaatst op augustus 2, 2014 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer

Europese politie-uniformen, uiterst rechts Nederland

Op eerste paasdag ontstond in natuurpark De Veluwe een natuurbrand. De brandweer zette 350 manschappen en tachtig voertuigen in. Het leger stuurde twee Chinook-helicopters, die 10.000 liter per keer kunnen uitwerpen. Diverse brandweervoertuigen liepen vast in het drassige terrein, maar werden door grote tractoren op tijd weer losgetrokken. Het vuur bewoog zich in de richting van het Kröller-Muller Museum, met een collectie moderne kunst ter waarde van enige miljarden. Het noodplan trad in werking en in twee uur tijd waren de kunstschatten veilig opgeborgen in een speciale brandvrije kelder. Op 1500 meter van het museum werd het vuur tot staan gebracht.

Veel berichten hierover natuurlijk in de pers. In de Volkskrant van dinsdag bijvoorbeeld.

‘De brandweer was geweldig,’ zegt de adjunct-directeur van het Kroller-Muller in dat Volkskrantverslag.  ‘Met dat laatste is niet iedereen het eens,’ gaat het verder. ‘De brandweer zou laat hebben opgeschaald.’ ‘Zou’? Was het een gek, die iets riep uit een passerende auto? Was het de reporter zelf misschien, die even aan zijn duim zoog? Het doet er niet toe. Dat zo’n overheidsdienst op zo’n moment blundert, daar hoef je helemaal geen bron of argumenten voor te hebben. Dat wéten we toch?

‘Op dit moment zijn we heel tevreden over hoe alles is verlopen,’ zegt de voorlichter van de brandweer. ‘Later kunnen we kijken welke lessen we hieruit kunnen trekken.’

Juist. Je hebt het land zojuist behoed voor een catastrofe, twee nationale schatten zijn van de ondergang gered, en er moeten lessen getrokken worden? Lessen trekken, je zou er haast overheen lezen, zo’n cliché is het al geworden.

Nederland wint de Europa-cup en de bondscoach kondigt een onderzoek aan om ‘lessen te trekken uit de finale.’ The Passion van de EO breekt alle kijkcijferrecords en de eindredacteur verklaart dat er ‘lessen moeten worden getrokken voor de toekomst.’ Je zou vreemd opkijken, maar uit de mond van een publieke dienstverlener klinkt het eigenlijk heel normaal. Je verwacht niet anders. Een publieke dienst die een voorbeeldige prestatie leverde waarvoor wij spontaan opstonden en applaudisseerden, kunt u zich daar een voorbeeld van herinneren?

De ware valuta van deze tijd is niet geld, maar aandacht. Aandacht en applaus, iedereen haakt ernaar, iedereen heeft er recht op, behalve overheidswerkers. Die moeten ‘op cursus’, die moeten ‘anders gaan werken’, die hebben ‘verbeterpunten’ en ‘lessen voor de toekomst.’ (O ja, en als we kwaad zijn mogen ze dienen als boksbal).

Hert sleutelen aan de overheid is chronisch geworden, disfunctioneren als default. Zorgwerkers, leerkrachten, politieagenten, brandweerlieden, ze worden voortdurend in gebreke gesteld. Het moet voortdurend ‘anders’. Als de politieagent in twintig jaar trainen is omgekneed tot een aaibare straatcoach met agogische vaardigheden en een koerierspakje, blijkt hij toch eigenlijk niet ‘robuust’ en ‘weerbaar’ genoeg, krijgt hij martiale kistjes en een combatbroek en begint het omkneden opnieuw.

De hedendaagse overheidswerker staat permanent in de ‘ach-het-zal-wel-weer-niet-goed-zijn’-stand. Het claimen van een klinkende prestatie en het incasseren van waardering, hij zou niet eens meer weten hoe dat moet. Direct wordt alweer de speurtocht ingezet naar ‘lessen’ en ‘verbeterpunten’.

Tot deze taal behoort ook de term ‘professionalisering’, die overheidswerkers voortdurend naar hun hoofd krijgen. Leerkrachten, zorgwerkers, politiemensen, noem ze maar op, ze moeten voortdurend ‘professionaliseren’. Hun vakbonden doen hieraan mee, zich kennelijk niet realiserend dat wanneer hun leden geen professionals waren, zij een amateurbond zouden zijn.

En die arme, dappere brandweerman, die net de Veluwe gered heeft, begint braaf over ‘lessen voor de toekomst.’ Zielig, ergens.

Reacties

Laat een bericht achter