To see or not to see, that is the question
Geplaatst op oktober 8, 2014 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer
Een decapitatie, moet je daar naar kijken? Ik kan het me wel ongeveer voorstellen, geloof ik. Wij hadden thuis de beroemde gezinsbijbel van Gustave Doré, die het slagerswerk ook graag duidelijk in beeld bracht. Een soort Lord of the Rings ontmoet ISIS. Toch is het moeilijk je volledig af te schermen voor de gruwelen. Iets dat je niet wilt zien, zie je in gedachten toch. Het woord ‘onthoofding’ is eigenlijk al genoeg. Op dit moment groeien in Nederland kinderen op met dat woord in hun vocabulaire en in hun hoofd, god forbid, de bijbehorende beelden.
Een jaar of twintig geleden bezocht ik een congres van de Europese confectie-industrie. Daar werd een video vertoond van een Japanse robot die in een paar minuten een colbert in elkaar zette, van textielbaal tot afgewerkt eindproduct. Wat onopgemerkt bleef was dat de video talloze knips bevatte en de robot soms van plaats veranderde. De demoraliserende werking was opmerkelijk. Als ze in Azië al zó ver zijn, kunnen wij onze ateliers hier net zo goed sluiten, klonk het na afloop bij de borrel. Video kan een krachtig wapen zijn.
De titel van het handboek dat soldaten van het Kalifaat gebruiken, ‘Management van de wreedheid’, drukt het perfect uit: middeleeuws barbarisme en 21e eeuws vernuft gaan bij ISIS hand in hand. De hoger opgeleiden die vanuit de hele wereld naar Mosul trekken om dienst te nemen worden dankbaar ingezet. Veroverde oliebronnen worden niet in brand gestoken maar geëxploiteerd. (De VPRO Radio berichtte op woensdag 3 september – kort nadat ik dit stuk schreef – dat de mediatak van ISIS inderdaad wordt gerund door jihadi’s uit het Westen.) Om de terechtgestelden een Guantanamo-overall aan te trekken – voor dat soort ideeën heeft het Witte Huis heeft een speciale afdeling. Om de zoveel weken verschijnt een excutievideo, maar zo te zien zijn ze allemaal op hetzelfde moment gemaakt. Production value, heet dat op de filmacademie.
Wat moeten we met die beelden? Ze zijn een wapen waarvan wij, geheel volgens de bedoeling, zelf de trekker overhalen, als bermtoeristen van de elektronische snelweg, immer hongerig naar nieuwe prikkels. Internet is veel dingen, maar ook het perfecte terreurmedium. Met één druk op de knop kun je de wereld in een oogwenk de stuipen op het lijf jagen. Zou ISIS stoppen met die executies als de beelden niet verspreid werden? Waarschijnlijk niet, maar meer dan van angstaanjagende gruwel op zich, moet de moderne terrorist het hebben van de communicatie van die gruwel. Wil je daar medeplichtig aan zijn?
De geijkte opvatting in de journalistiek is dat het tot je taak behoort om melding te maken van dat soort ‘feiten’. De tijd dat een ‘feit’ iets was waarvan onomstotelijk vaststaat dat het waar is, ligt achter ons. Je hebt nu ook ‘feiten’ die een feit zijn omdat mensen denken dat het een feit is.
‘Als de nieuwsmedia het niet doen gebeurt het wel via Youtube, Twitter en Facebook’, zegt men dan, alsof de sociale media een soort weersverschijnsel zijn, en geen mensenwerk. Een zichzelf ‘media-adviseur’ noemende mevrouw vertelde onlangs op Radio 1 op welk adres Volkert van der Graaf tegenwoordig woont. Kritiek wimpelde zij af: ergens op internet stond het ook al te lezen. De domme amateur als alibi voor de onverantwoordelijke professional.
De video’s van ISIS zelf worden door de meeste nieuwsmedia inmiddels niet meer gelinkt, men beperkt zich tot stills van kort voor de terechtstelling, een halftotaal van het slachtoffer op de knieën met daarnaast de beul, geheel in zwart, als een wrede ninja. Angstaanjagend genoeg.
Het valt u misschien op dat ik het over ISIS heb, in plaats van IS. Dat is bewust. Ik vermoed dat zich onlangs in Mosul ook iemand gemeld heeft met kennis van de neurolinguïstiek. ‘Als je de Islamitische Staat in Irak en Syrië heet, bevestig je de legitimiteit van twee erkende staten en ben je zelf dus géén staat, ’ zei hij tegen de leiding. ‘Wij moeten ons dus gewoon Islamitische Staat noemen.’ De leiding knikte en de rekruut kreeg een baan op de afdeling propaganda. Ik ben zo vrij het op ISIS te houden.
Reacties
Laat een bericht achter