De Scandinavische politieserie: een richtlijn.

Geplaatst op april 24, 2017 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, NRC Next, The Semidaily Kuitenbrouwser | 1 Reactie

VAN: Platform Exportbevordering Scandinavische Audiovisuele Producten (PESAP)

AAN: Alle cultuurministers van de Noordse Raad-landen, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland en IJsland. Te verspreiden onder relevante film- en tv-producenten.

Hier volgen enkele richtlijnen voor het maken van een Scandinavische politieserie.

– De leader bestaat uit luchtopnamen van de stad waar eea zich afspeelt, semi-abstracte dronebeelden van industrieterreinen, waterwegen, havens, bruggen, bij dag en bij nacht. Muziek: gitaarakkoorden met veel galm en een een ijle, desolate zangstem.

– Folkloristische clichés omtrent Scandinavië worden niet bevestigd. Felle, vrolijke kleuren zijn uit den boze. In het moderne Scandinavië domineren de pasteltinten – veel grijstonen, zandkleur, zink, lood, staal, glas, beton, vergrijsd hout. De colorgrading (kleurcorrectie) is onderverzadigd.

– In principe wordt bij lichtbewolkt weer gedraaid. Zonlicht blijft in principe gereserveerd voor prettige jeugdherinneringen en flashbacks naar betere, onbezorgde tijden.

– Helaas staan hier en daar in Scandinavië nog traditionele, felgekleurde houten huizen. Deze komen in principe niet in beeld, tenzij brandend.

– Er wordt veel heen en weer gereden, ook ’s nachts, tussen twee agglomeraties, liefst aan weerzijden van een grens. Veel droneshots van een eenzaam voortsnellende auto op een rechte, verlaten weg.

– Scandinavisch design wordt zoveel mogelijk gepromoot. Eetkamerstoelen zijn in principe van Hans Wegner. (NB: de Wishbone is al veel gebruikt, maar er zijn nog genoeg andere modellen). In elke woonkamer hangt of staat een lamp van Louis Poulsen, alsof huizen in Scandinavië daar standaard mee worden uitgerust.

– Ikea productplacement is toegestaan, maar niet te opzichtig. Keukengerei, serviesgoed, een sprei, dat soort dingen.

– Met auto’s ligt het anders: in principe wordt in West-Europese of Japanse auto’s gereden. Europese fabrikanten willen graag de Scandinavische markt op en zijn dus geïnteresseerd in sponsoring. Volvo en Saab willen juist af van hun regionale imago en een wereldmerk zijn, dramaproducenten wordt verzocht hier rekening mee te houden.

– Aan onbekommerde vrolijkheid wordt niet gedaan. Politiecollega’s gaan niet na afloop samen naar de kroeg om dronken te worden en te vozen tussen de vuilcontainers. Men gaat bedrukt naar huis waar een al even bedrukte partner wacht. Daar volgt een maaltijd met weinig conversatie en veel wijn.

– Tieners willen wel feesten, liefst in een oud tropisch zwembad met drank en pillen.

– Vrouwelijke hoofdrollen houden van stoere broeken en stevige schoenen.

– Mannelijke hoofdrollen zien er in principe een beetje verfrommeld uit en slapen soms in de schuur.

– Seks vindt vooral plaats als er relatieproblemen zijn en is dan matter of fact en werktuiglijk.

– De hoofdrechercheur is als het even kan een toprechercheur die in de grote stad werkte en na een incident werd overgeplaatst naar de regio, vaak zijn of haar geboorteplaats. Waar oude vrienden/geliefden/familieleden betrokken zijn bij een misdaad.

– Dat politiemensen persoonlijk verwikkeld raken in de zaak die zij onderzoeken komt in de werkelijkheid maar weinig voor, maar in politiedrama is dit tegenwoordig standaard. De rechercheur wordt zelf slachtoffer of verdachte, dan wel een van zijn/haar gezinsleden, soms beide.

– De hoofdrol is uiteraard een workaholic, maar met knagend schuldgevoel. Als tijdens het eten wordt gebeld probeert hij/zij dit te negeren en trouwhartig de conversatie gaande te houden, tot iemand aan tafel ‘neem in godsnaam die telefoon op!’ roept.

– Scandinavië is een calvinistische monocultuur. Schuld is een gegeven, geen onderwerp van gesprek. In Scandinavische politieseries gaat het om het vinden van de dader, verder eigenlijk niets.

– De geïsoleerde, gestoorde zonderling als dader is uit. De dader van vandaag is een notabele, een plaatselijke vishandelaar, meubelfabrikant of voetbaltrainer, ontspoord onder druk van, meestal, een wethouder met ambitieuze expansieplannen. Ook moreel gezien overheersen de grijstonen. De grens tussen goed en kwaad is vaag, en aan weerszijden wordt getobd, daar komt het op neer.

– O ja, en in principe draagt iedereen een trui.

Reacties

Eén reacties to “De Scandinavische politieserie: een richtlijn.”

  1. Koen de Groot on april 25th, 2017 17:32

    Ik kom hier voor het eerst, n.a.v. het uitlezen van “Heb ik iets verkeerds gezegd?”

    Leuke plek! Ik lees heel weinig Nederlandse boeken, en nog minder Nederlandse fictie. Als ik toch zou mogen zeggen wie Nederlands beste schrijver is, zou ik zeggen JK. (Vroeger zou mijn antwoord zijn geweest: Karel van het Reve. Ik zeg dit omdat JK ergens klaagt dat mensen die hem de hemel in prijzen soms in dezelfde adem de naam noemen – als van een gelijke – van iemand die hij een nul vindt.)

    Heel scherp gezien en maar al te geloofwaardig, die Richtlijnen voor een Scandinavische Politieserie. Ik heb al heel lang geen tv meer en dus ook niet meer zulke series gezien. En toch denk ik er over te kunnen oordelen, want JK’s typering van Scandinavische Politieseries en het wegdoen van mijn tv hebben met elkaar te maken.

    “Geen fel gekleurde huizen, behalve als ze in brand staan”: dat typeert niet alleen Scandinavische politieseries, maar de westerse media in het algemeen. Geen goed nieuws op het Journaal. Geen vrolijke kleuren, überhaupt geen vrolijkheid, alstublieft! Want daar neemt de Elite aanstoot aan. Zij wil niet waar hebben dat mensen die ieder dubbeltje om moeten draaien het toch naar hun zin kunnen hebben. Geen liefde, behalve als het ‘werktuigelijke sex’ is of wat Dr. Lars Ullerstam destijds in zijn boek over de ‘sexuele minderheden’ voor liefde aanzag. Geen met-elkaar-spelende kinderen (of ze moeten tot een andere cultuur behoren). Geen complete gezinnen. Geen huwelijken tussen een man en een vrouw. Geen good guys die roken of met contant geld betalen. Geen serieuze aandacht voor boeren, christenen, heterofielen of vaderlandslievende mensen. Maar wel: dialectiek. Dat is moreel wit via grijs zwart laten worden, en omgekeerd. Dat is van standvastigheid een ondeugd maken en van opportunisme (‘flexibiliteit’) een deugd. Dat is respect voor andere culturen verplichten, maar respect voor het christendom, de westerse cultuur en blanke heterosexuele mannen op de Index plaatsen. Dat is in naam van de ‘Wetenschao’ het dogma van cultureel, moreel en historisch relativisme propageren – behalve als het gaat om het Derde Rijk en de Holocaust.

    En het is aan de andere kant: niets dan goeds willen toelaten over homo’s en joden. Alsof dat engelen (of doden) zijn en geen mensen.

    Het moet Politiek Correct. Het moet de infantiele wereldbeschouwing van de elite bevestigen. En iedereen moet denken dat het almaar strakker aangehaalde keurslijf waarin de media zich bewegen niet het gevolg is van gelijkschakeling en censuur, maar van verlicht denken en vrije keus.

    En dat denkt iedereen dan. Ook in Scandinavië. Ik weet ik niet of de mensen die zich in dit bekrompen politiek correcte wereldje thuisvoelen ook buiten de media in de meerderheid zijn. Ik hoop van niet. Maar ik weet wel dat zij de dienst uitmaken. En dat de “tolerantie” die zij prediken altijd die van de bourgeoisie voor de elite is en nooit die van de elite voor de bourgeoisie.

    Voor de programmering van de televisie betekent dat dat degenen die van humor, kleur en vrolijkheid – en van vrije meningsuiting – houden, misdeeld worden.

    Scandinaviërs geloven waarschijnlijk in Vooruitgang. Dat doen wij hier ook. Dat doet iedereen die zich “verder” waant dan zijn omgeving, die in plaats van zich berustend of rationaliserend mee te laten drijven, in plaats van overeind te komen en te kijken wat er eigenlijk gebeurt, actief meezwemt met de stroom.

    En dat doet niemand die weet dat de stroom uitmondt in een stinkend moeras.

    JK schiet met zijn analyse in de roos, zoals gewoonlijk. Bedankt!

    Koen de Groot, Amsterdam.

Laat een bericht achter