4 mei: een morele maskerade

Geplaatst op mei 10, 2017 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer

In Amsterdam werd in april 2017 het initiatief genomen om bij de dodenherdenking van 4 mei ook drieduizend vluchtelingen te gedenken die omkwamen bij hun tocht naar Europa. Een van de organisatoren verklaarde in het AD dat vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië moeten worden beschouwd als ‘de verzetsstrijders van vandaag’. Zij is kennelijk niet bekend met het biologische principe van fight or flight.

Het CIDI protesteerde tegen dit voornemen en waarschuwde voor ‘verwatering’ van de nationale dodenherdenking. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei sloot zich daarbij aan. Vice-voorzitter Jaap Smit: ‘Als je alles herdenkt, loop je het risico dat je niks herdenkt.’ Een waar woord. Dat het Comité zelf ook ter harte zou mogen nemen. Want: wie herdenken wij nu eigenlijk op 4 mei, en als wat? En: Weet het Comité dat zelf eigenlijk?

In 1946, toen onze 4/5-mei traditie begon, was het een logische combinatie: eerst gedenken wij hen die hun leven gaven, dan drogen wij onze tranen en vieren wij waarvóór zij hun leven gaven: onze vrijheid. ‘In blijvende dankbaarheid jegens allen die waar ook ter wereld hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid,’ zoals de officiële tekst sinds 2015 luidt. In datzelfde jaar sprak Premier Rutte op 4 mei van ‘dappere Nederlandse mannen en vrouwen, die vochten en vechten voor vrijheid, vrede, rechtvaardigheid. Gesneuveld in de strijd voor het goede.’

Maar wie zijn dat dan precies? Ik citeer het ‘Memorandum voor de Herdenking’: ‘allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, en daarna in oorlogssituaties en bij vredesoperaties’.

Oftewel: de 7900 Nederlandse militairen die tussen ‘40 en ‘45 omkwamen, plus 2000 verzetsmensen, 102.000 Nederlandse joden en 89.000 (niet-joodse) burgers. De 5000 Nederlandse soldaten en 150.000 Nederlandse burgers die tussen 1946 en 1950 in Indonesië stierven. Sindsdien kwamen in Korea, Libanon, de Sinaï, Cambodja, voormalig Joegoslavië, Kosovo, Ethiopië, Irak, Afghanistan en Mali nog eens 161 Nederlandse soldaten om, hoofdzakelijk bij vredesmissies.

Bijna 400.000 Nederlanders die hun leven gaven voor de vrijheid en het goede? Dat klopt niet. Bijvoorbeeld: Die 89.000 burgers die gedood werden in de Tweede Wereldoorlog, stierven die ergens voor? Nee, die waren op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Oorlogsslachtoffers? Ja. Gevallenen voor vrijheid, vrede en rechtvaardigheid? Nee.

Die 102.000 Nederlandse joden. Stierven zíj voor onze vrijheid? Of ‘het goede’? Nee, het afgrijselijke aan de Shoah is juist dat de joden nergens om of voor stierven. Om ze te eren of dank te zeggen voor welk offer dan ook, is in feite beledigend.

Toen kwamen de ‘Politionele Acties’.

Mijn vader vocht in Indonesië, van 1946 tot 1950. Hij kwam levend terug, maar diverse van zijn pelotongenoten niet. Waarvoor stierven zíj? De vrijheid? Om slaven te houden, grondstoffen te roven en een volk te onderdrukken? Wat eufemistisch wordt aangeduid als de ‘politionele acties’ was in werkelijkheid een koloniale burgeroorlog, waarbij de soldaten en combattanten, aan weerszijden van de frontlijn, Nederlandse onderdanen waren. Maar het Comité 4 en 5 mei stelt: ‘Wij herdenken slachtoffers, geen daders.’ Hoe kan dat?

En: ‘slachtoffers’? ‘Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken wij alle slachtoffers samen’, zegt het Nationaal Comité. Van Dale definieert ‘slachtoffer’ als ‘iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt.’ ‘Buiten zijn schuld’ – dat lijkt militairen die omkomen in de strijd uit te sluiten. Het discours rond de Nationale Dodenherdenking is een rommeltje.

Wie een sluitende omschrijving wil geven van de doden die wij op 4 mei herdenken, komt uit op zoiets als: ‘Mensen die stierven voor de goede zaak, mensen die achteraf gezien helaas aan de verkeerde kant stonden en mensen die helaas pech hadden’.  En daaronder is dus maar een zeer kleine minderheid die feitelijk zijn leven gaf voor vrijheid en democratie.

Het naoorlogse morele landschap kende maar twee kleuren: zwart en wit. De 4 en 5 mei-traditie wortelt in dat landschap, en gaat eraan voorbij dat het kleurenspectrum van de moraal meer assen kent waarop Goed en Kwaad tegenover elkaar kunnen staan. Dat er na de Tweede Wereldoorlog andere conflicten zijn geweest waar Nederland bij betrokken was en dat de ‘goede’ kant niet per definitie de kant is waar de Nederlandse vlag wappert. Dat een oorlogsdode niet vanzelf een oorlogsheld is, omdat hij een Nederlands paspoort draagt.  Neem soldaat eerste klasse Raviv van Renssen. Hij behoorde tot het Dutchbat-onderdeel gelegerd bij Srebrenica, in juli 1995. Twee dagen voor de Servische massamoord werd hij getroffen door een verdwaalde handgranaat en overleed in het hospitaal van Potocari. Op 4 mei herdenken wij hem als gevallene voor vrijheid en rechtvaardigheid. Zijn collega’s die levend thuis kwamen staan te boek als antihelden.

Als iemand de dodenherdenking van 4 mei ‘verwaterd’ heeft, dan is het ‘t Nationaal Comité zelf. Het doet denken aan de inflatie van het begrip ‘held’: belangenloze opoffering is geen vereiste mee. Een voetbalmiljonair die naar verachting scoort is tegenwoordig ook een ‘held’.

De dodenherdenking van 4 mei is toe aan een herijking. Wie herdenken wij precies, en in welke hoedanigheid? Zij die hun leven gaven voor ‘het goede’ en zij die omkwamen door oorlogsgeweld  zonder meer – beide categorieën zijn wat mij betreft de moeite van het herdenken waard. Het voornaamste doel van dit soort herdenkingen is psychologisch: het herdenken van eerdere oorlogen weerhoudt ons hopelijk van een nieuwe, dus hoe meer slachtoffers je herdenkt, des te beter.

Maar als elke Nederlandse oorlogsdode, of hij nu een Jodentransport saboteerde, een Javaans rijstdorp platbrandde of door een luchtalarm heen sliep, wordt bijgezet als gevallene voor ‘het goede’, maken wij het ons nationale geweten wel érg makkelijk. Dat is de definitie van verwatering. In die zin koesteren wij op 4 mei een morele maskerade.

Reacties

Laat een bericht achter